Zonzeel (Terheijden / Zevenbergen, nu Moerdijk)
18 mei 2005
3.1
Ansekerke1267. mori et wastine ... inter Ansenkerke et Lindonck ultra aquam, que Marke nuncupatur versus Hollandiam[126701991.].
1267. mori et wastine jacentibus inter Ansekerke et Landonc [126702201.].
1388. dat Zonzeel ende Anskerke een ambachtheerscip in Hollant plach te ziin; die lude van Anskerke[CER 278.].
1388. reerecht up Anskerke[CER 279.].
1838. (naamloos).
1845b. (naamloos).
1855. (naamloos).
1893. (naamloos).
1988. (naamloos).
Oudste naam van het verdronken dorp Zonzeel. Geen gehuchtse akker, straat, beemd of hei.
Plaatsnamen eindigend op -kerke komen verder in een ruime omgeving niet voor. Ze zijn eerder typisch voor Zeeland (Abbekerke, Wissekerke, Biggekerke etc.) en Vlaanderen (Koolkerke, Middelkerke, Zuienkerke etc.).
Dit is de oudste naam voor Zonzeel, een eveneens verdwenen benaming. Ans is een vleivorm bij een Ans-naam, bv. Anshelm, Ansgar, Ansem. De laatste kwam in de late Middeleeuwen vrij veel voor in de Baronie. De kerk zal genoemd zijn naar de stichter. Over de identiteit van deze persoon is verder niets bekend. Ansekerke lag op de grens van Holland en Brabant: de grens liep pal langs de kerk van Ansekerke.
Ansekerke = persoonsnaam(Ansem?) + kerk
3.9 Zonzeel
1310. boven Sonzeel[CER 101.].
1313. den moere van Zonsele[CER 108.].
1326. die kerke van Sonsele stont binnen des hertoghen palen[CER 130; beschrijving toestand van 1292.].
1333. van Zonzeil[CER 154.].
1334. die gherechten van Zonzele; Zoinzele[CER 157.].
1334. dat dorpe te Zonnesielle ende te Vlasselt[CER 159.].
1336. tdorp van Zonzeele ... met scepenen[CER 163.].
1343. Zonsele[CER 171.].
1350. scepen in Zonzeel[CER 196.].
1353. die torftiende tot Zonzeel; die cijs van Zonzeel; die corentiende[CER 207.].
1356. tgherecht van Zonsele[CER 216.].
1380. onser lude eerve van Zonzele; onsen scepen te Zonzel[CER 266.].
1383. binnen Zonzel[CER 271.].
1388. dat Zonzeel ende Anskerke een ambachtheerscip in Hollant plach te ziin[CER 278.].
1433. scepen ter Heyden ende tot Zonzeel; vierscharen van Sonzeel[CER 424.].
1438. tot Zonzeel; den Zonzeelschen weghe[Erens, 1928-31, nr. 342.].
1439. Sonzeel[IJsseling, 1966, reg. 128.].
1464. in 't Zonzeel[Erens, 1928-31, nr. 437.].
1467. tZonzeel[Erens, 1928-31, nr. 450.].
1469. tSonsseele[Erens, 1928-31, nr. 454.].
1472. in 't Zonzeel[Erens, 1928-31, 469.].
1474. te Sonzeele; te Zonzeele[ARAB, LvB, Den. 2100bis, 26v.].
1474. moermaden tot Zonzeel[Erens, 1928-31, nr. 476.].
1476. onsen dorpen van Zonzeele[CER 833.].
1478. onder Zonzeel[Juten, 1909c, nr. 144.].
1484. Sonzeel ende Steenberchschen Moer; tzonzeel[RANB, P130, 5v.].
1488. gelegen Ter Heyden in Zonzeele[Erens, 1928-31, nr. 522.].
1535. Hooch Zonseel[GA Breda, R440, 61.].
1634. De visscherije tot Sonseel is geheel vergaen door tbedijcken van Crauwelsgors[ARAG, NDH 1205, 32v.].
1838. De Groote Zonzeelsche Polder.
1845b. Zonzeelsche Polder.
1855. Groote Zonzeelsche Polder.
1893. Groote Zonzeelsche Polder.
1988. Groote Zonzeelsche Polder.
Dorp, parochie en heerlijkheid op de grens van Holland en Brabant nabij Langeweg. De kerk stond juist in Brabant. In Brabant was er een heerlijkheid Zonzeel, onder Holland het ambacht Zonzeel. Zonzeel verdronk in 1421. In 1433 werden de verlaten gronden onteigend door een gecombineerde schepenbank van Zonzeel en Terheijden. Nadien hoorde het gebied steeds onder de schepenen van Terheijden.
Omstreeks 1538 werd het gebied tussen Het Oudland van Zevenbergen en Terheijden - Wagenberg - Zwaluwe bedijkt als de Grote Zonzeelse Polder. Genoemd worden de Moer van Zonzeel, de Grote Zonzeelse Polder, Hoog Zonzeel.
Ten oosten van Zonzeel en thans deels bedijkt in de Grote Zonzeelse Polder lag Vlasselt: de enige andere zele-achtige naam in de wijde omgeving.
Het eerste lid van de naam Zonzeel is waarschijnlijk een waternaam Zon. Deze waternaam komt bv. ook voor in Zonnemere, anno 985 Sunnemere, in Sommelsdijk en in Zonnegem (België)[Moerman, 1956, 214.]. De naam komt eveneens voor in Zonhoven[Molemans en Mertens, 1982, 281-2.] en te Helmond: de Zonne, 1381[Heeren, 1939, 61.], evenals te Molenschot. Deze waternaam Zon zou dateren uit Oud-Germaanse tijd[Gysseling, 1960b.]. Volgens Lindemans zou Zon een waterloop zijn in een moerassige, vaak overstroomde streek[Lindemans, 1946.].
Het tweede lid van de naam Zonzeel kan het reeds bij Vlasselt genoemde zele 'tijdelijke woning', of 'afgelegen herdershut' zijn. De betekenis van Zonzeel zou dan worden 'de afgelegen herdershut bij het water de Zon' of iets dergelijks. Zie Zele. Zele-namen komen echter in een wijde omgeving niet voor, behalve dan misschien het naburige Vlassele. Er zou, gezien de sterke Vlaamse connecties van de vroege turfgraverij, sprake kunnen zijn van een gemigreerde naam vanuit Vlaanderen. Noch voor Vlassele, noch voor Zonzele kon echter het "moederdorp" gevonden worden. Wellicht werd alleen de naamgevingstraditie geïmporteerd.
Zonzeel = waternaam(zon) + zele
Parochieel: Zonzeel was sinds 1337 een eigen parochie met onbekend patrocinium (Anna gezien attestatie uit 1267?), bisdom Luik.[Bijsterveld, 1993, Bijlage 3.] Na de teloorgang van het dorp in 1421 werd oostelijker, op een dijkrest aan de Mark, een kapel gebouwd die in 1572 door de watergeuzen vernield werd.
Staatkundig ca 1500: hertogdom Brabant, land van Breda; graafschap Holland, land van Strijen.
Cultuur-Historische Waarden Noord-Brabant 2005
AMK Archeologische monumentenkaart
Niet opgenomen.
IKAW Indicatie archeologische waarden
In gebied met hoge verwachtingswaarde.
HISTSTED Historische stedebouwkundige structuren
Niet opgenomen.
Literatuur
Juten, G.C.A.. Zonzeel. Taxandria Noord-Brabant 35 (1928) 277 - 281.
Leenders, K.A.H.W.. Nieuw licht op Terheijden's historie. Jaarboek Oranjeboom 27 (1974) 1 - 31.