Oud-Ossendrecht (Ossendrecht, nu Woensdrecht)

18 mei 2005 

1.1 Ossendrecht

1187. Alardus de Ossendreht[118799992.].

1213. de Scakerslo et Ossendrecht[121302241.].

1213. feodum de Ossendrecht[121302241.].

1213. Scakerslo et Ossendrecht[121302242.].

1213. feodum de Ossendrecht[121302242.].

1214. Arnoldus de Ossendrecht[121411051.].

1219. Arnulfus de Ossendreth[121999991.].

1238. dominus Henricus de Ossendrecht, miles[123808991.].

1240. a domino Gerardo de Ossendregh[124004141; 124004142.].

1241. Henricus, miles, de Hossendrecht[124103301.].

1242. van Antwerpen tote Ossendreg, van daer tote Dibrugge, van daer tote Turnoutervort[124203991.].

1250. H.Nose emit thelonium de Ossendrecht[125003051.].

1261. presbyteris parrochialibus .. de Ossendrech, de Zantflita[126112241.].

1264. dominus G. de Hossendrec, Gerardi de Hossendrech[126403211.].

1269. Henrici de Ossendrecht[126902011.].

1276. Arnoldus de Ossendreth[127605121.].

1277. decima nostra apud Ossendreg supra Geest[127706181.].

1277. apud Ossendrecht, .. Arnoldo de Ossendrecht[127708251.].

1284. de Nortlant aggerabunt versus Ossendrecht[128403181.].

1291. Ghiselbrehct van Ossendrehct[12911171.].

1298. in Ossendrecht[129802991.].

1309. de tweedeel van Ossendrecht[130908291.].

1312. conductum de Ostendracht[ARAB, RK542, I21r5vo.].

1369. Ossendrecht[Meijers, 1940, 66.].

1428. ligghende tot Ossendrecht[GA BoZ, ARR 214.].

1429. dat lant va Ossendrecht[GA BoZ, ARR 218.].

1787. Ossendrecht.

1840. Ossendrecht.

1845b. Ossendrecht.

1856. Ossendrecht.

1912. Ossendrecht.

1988. Ossendrecht.

Dorp, parochie, heerlijkheid en later gemeente.

In Zeeuws-Vlaanderen langs de Honte, 24 km pal ten westen van Ossendrecht, ligt Ossenisse, alwaar de vroege heren van Ossendrecht ook gegoed lijken te zijn !

De naam Ossendrecht is een samenstelling van het woord drecht met de nadere bepaling ossen.

-drecht: Zie Gysseling, 1951. Künzel e.a. menen dat drecht = "veer, waterloop"[Künzel, 1988, 115.]. In Berendrecht komt van deze twee mogelijkheden vooral "veer" (over de Schelde) in aanmerking. De Meyer meende dat drecht hier "veer", speciaal voor vee (zwijnen, ossen en beren), zou betekenen[De Meyer, 1855, 14.].

Ossendrecht ligt tussen Woensdrecht en Berendrecht aan de thans geheel verlande bedding van de Schelde. Tegenover Antwerpen ligt Zwijndrecht. In de namen Ossendrecht, Berendrecht en Zwijndrecht zou men de samenstelling diernaam + drecht kunnen zien, wat dan op nog al wat middeleeuws veetransport dwars op de richting van de Schelde zou moeten wijzen. Evenwel voor Berendrecht wordt het eerste naamselement verklaard als een afleiding van birnu : op beer gelijkende modder[Gysseling, 1960a, 123.]. Gysseling en Künzel cs. verklaren het element ossen te Ossendrecht en te Ossenisse evenwel als de diernaam os[Gysseling, 1960a, 773; Künzel, 1988, 280.]. De naam is dan vergelijkbaar met namen als Oxford, Ochsenfurt, Ossenbeck, Ossendorf.

Gysseling[Gysseling, 1993, 170.] meent dat in Ossendrecht en Ossenisse de diernaam os wel een reïnterpretatie zal zijn. Os komt volgens Gysseling van ausanâ, dat ook voorkomt in de naam Osnabrück. Het woord zou een wortel aus hebben die uitbuigen, uitsteken betekend kan hebben. Dat kan hier zowel op een bocht in de Schelde, als op het slingerend verloop van de Hoge Rand slaan.

Ossendrecht = diernaam(os) of bocht + drecht.

2 Naam van de hoofdkern

2.1 Ossendrecht

Nederzetting bij de kerk van Ossendrecht. In de 18e eeuw een tiental huizen en hoeven, in de 20e uitgegroeid tot een groot dorp. In de middeleeuwen was hier waarschijnlijk geen nederzetting van enige betekenis. Zie § 2.2.

2.2 Dorp

1469. bij tdorp van Ossendrecht[Van den Bergh, 1991, 5 = GA BoZ, Leenhof.].

1508. ande plaetsse, de plaetsse[GA BoZ, Leenhof.].

1514. de plaetsse vanden dorpe[GA BoZ, R Bergen op Zoom 323, 27v.].

1536/37. den Riewech ten Dorpwaerts[GA BoZ, ARR 975, 8.].

1612. aan het oude Dorp[GA BoZ, Leenhof A341/344.].

1654. de hoeve aen het oudt Dorp... metten geest ende den punt[GA BoZ, Leenhof A330.].

1663. opperlants gelegen opt oudt dorp[GA BoZ, Leenhof A363.].

1664. aenden wech lopende vant oudt dorp naer Santvliedt[RANB, RA Ossendrecht 81.].

1693. een hooghte daer eerteijts het oude dorp van Ossendreght heeft gelegen, gemeten so verre de vloet heeft gelopen[GA BoZ, ARR 2589 nr. 90.].

1787. (naamloos).

1840. (naamloos).

1845b. (naamloos).

1856. (naamloos).

1908. (naamloos).

1988. (naamloos).

Middeleeuwse nederzetting aan de voet van de Hoge Rand ten westen van de kerk van Ossendrecht, bij de uitmonding van het Heiloopje. Deze nederzetting, die een Plaatse rijk was, verdronk in 1552. Op vrijwel dezelfde plaats ontstond na 1741 de nieuwe nederzetting Aanwas. Zie § 3.1. Geen gehuchtse akker, straat, beemd of hei.

In de Kempen komt de aanduiding Dorp in vele gemeenten voor. Evenwel betreft het in de meeste plaatsen 19e eeuwse, door het kadaster bedachte, benamingen voor de hoofdkern van de gemeenten. Zo te Houtvenne, Hulshout, Meerhout, Merksplas, Minderhout, Tongerlo, Veerle, Vorselaar, Vosselaar, Westerlo, Wortel. Oudere vermelding van de benaming "Dorp", zoals te Kalmthout, komt voor te Lille (1368) en als Nieuw Dorp te Zundert.

Heringa[Heringa, 1875.] geeft voor Nederland alleen de benaming "Dorp" te Grootegast in Groningen en Schipluiden in Zuid-Holland; en Dorpbuurt te Winterswijk in Gelderland en Oegstgeest in Zuid-Holland, maar nergens in Noord-Brabant. Uit een reeks samenstellingen met "Dorp" (meest voorkomende is Dorpzigt als huisnaam) blijkt dat 'dorp' vaak wel als informele aanduiding, maar niet echt als naam voor de dorpskom in gebruik was.

Dorp: centrum van de gemeente. Het element "Oud" werd toegevoegd na het verdrinken van deze nederzetting. "Oud" heeft hier dus eerder de betekenis "niet meer in functie, voormalig", dan oud in tegenstelling tot nieuw.

Zie  Dorp.

De kerk van Ossendrecht staat 600 meter ten oosten van het Dorp. Of daar een nederzetting was voordat het Dorp verdronk, is onduidelijk. Wel komen aanduidingen voor als "ten oosten van de kerk", "achter de kerk", maar geen benaming voor een eventuele nederzetting bij die kerk. De meeste dateren nog van na 1600 en betreffen dan mogelijk herbouwde hoeven na de ontvolking van de jaren 1583 - 1609.

Dorp = dorp

3 Gehucht-namen

3.1 Aanwas

1603. streckende tot aen den aenwas[GA BoZ, Leenhof A99.].

1787. Den Aenwas.

1840. Aanwas.

1845b. Aanwas.

1856. Aanwas.

1908. Aanwas.

1988. Aanwas.

Gehuchtje aan de voet van de hoge gronden, waar de scheidingsdijk tussen de Noord- en Zuidpolder aan de hoge gronden aansluit. Het is de plaats van het Oud Dorp van Ossendrecht, dat in 1552 verdronk. Geen gehuchtse akker, straat, beemd of hei.

De naam Aanwas komt ook voor te Steenbergen: polder De (verdronken) Aanwas); als ook als poldernaam te Capelle in de Langstraat: de Oosterse en Westerse Aanwassen. Heringa vermeldt ook nog de benaming Aanwassen van de Sabina-Hendricapolder onder Fijnaart. Van geheel ander karakter is het gehucht Aanwas te Rucphen.

Aanwas is samengesteld uit was, van het werkwoord wassen, groeien; en aan, in de betekenis van tegenaan. In westelijk Noord-Brabant staat aanwas tegenover opwas: een aanwas groeit tegen oud land; een opwas komt midden in een geul tevoorschijn. Hier te Ossendrecht vond tegen een pleistocene kern nog wat aanslibbing plaats: een kleine aanwas. Deze raakte na de bedijking van de Zuidpolder in 1741 weer bewoond.

Aanwas = aanwas

Parochieel: Dorp / Aanwas was geen parochie en had – zover bekend – geen kapel. Het hoorde onder de parochie Ossendrecht, patrocinium: Sint-Gertrudis, bisdom Luik.[Bijsterveld, 1993, Bijlage 3.]

Staatkundig ca 1500: hertogdom Brabant, land van Bergen op Zoom.

Cultuur-Historische Waarden Noord-Brabant 2005

AMK Archeologische monumentenkaart

Niet opgenomen.

IKAW Indicatie archeologische waarden

In gebied met hoge verwachtingswaarde.

HISTSTED Historische stedebouwkundige structuren

Hoge waarde, S179: Oude dorpskern Ossendrecht. NB: deze omvat veel meer dan alleen Aanwas.

Literatuur

Bergh, R.J. van den. Het oude dorp van Ossendrecht. Tijding (1990) nr.1, 18 - 38.

Ham, W.A. van. Half Ossendrecht verkocht. In: De Heren XVII van Nassau Brabant. Zundert, 1979, blz. 155 - 168.

Jansen, E.. Dickmaels voor qùaet. De polder van Ossendrecht 1651 - 1682. Zpl (Ossendrecht), Zjr (2001). (a4, 110 pag, afb. krtn.)

Loon, J. van. Naschrift: de namen Berendrecht en Ossendrecht. Naamkunde 28 (1996) 79 - 83.

Ovaa, I., M.A.Bazen, J. de Buck. De bodemgesteldheid van het ruilverkavelingsgebied Scheldezoom. Bennekom, 1966 (Stiboka rapport 675).