18 mei 2005
869. Stenem ad Shaldim in Taxandro[ 86908081.].
967. in pago Schaldis villam Berghis cum tribus insulis Srange Waterange Steeninge[ 96799991.].
1200. terra inter Mosam et Scaldam[120011031.].
1213. aquam que Scalda nuncupatur[121302241.].
1213. thelonium navium per Strenam et Scaldam[121302241.].
1213. toloneum navium per Strenam et Scaldam[121302242.].
1213. aquam que Scalda nuncupatur[121302242.].
1223. Scalda et Strena[122305991.].
1242. van daer tote Ridinxfliete, van daer in Sclet in desside Hontmuden[124203991.].
1248. infra termonos videlicet Wffliet (C: Vosvliet), Mara, Gowech, Heendrecht, Schelde, Strien et Middeldiech de Portfliet [124804201.].
1255. infra terminos.. de Scakersvliet aqua currit in Scelt de Scakersbergha secus Aggerem[125506251.].
1256. cum toto wtdiko usque ad Scaldam[125605231.].
1271. Noertlant ... ab ultimo refluxu Scaldie, qui dicitur Grontebbe, [127104991.].
1281. et ab hinc usque ad litus Scalde contra turrim sive versus turrim de Berendrecht[128105011.].
1283. decima consistente in dicto territorio de Lillo a Moerdyc versus Scaldam[128305281.].
1290. ende also neder toter Scelt toe ghaende[129011061.].
1291. theoloneo seu conductu super Hontam et super Scaldam[129111091.].
1297. gheleide op die Scelt ende van bakenghelde in eendrecht [129703172.].
1299. heffende was in Scelt van Berghen van wingheleede[129912131.].
1369. in de Scelt, van der Sceld[Meijers, 1940, 65.].
14eE. Scelt[Meijers, 1940, 69.].
1845b. Oosterschelde.
1856a. Oosterschelde.
1856b. Oosterschelde.
1910. Oosterschelde.
1988. Oosterschelde.
Grote rivier die ontspringt in Noord-Frankrijk en via Vlaanderen, Antwerpen en Bergen op Zoom naar Tholen stroomde om door Zeeland in zee uit te stromen. Door stormgeweld en menselijke activiteit is in het gebied ten westen van Bergen op Zoom de rivier tot een brede zeearm geworden: de Oosterschelde.
Schouwen, eilanddeel in Zeeland, wordt in de eerste vermeldingen Scaldis genoemd: een vernoeming naar de Schelde. Scaldemariland was een nevennaam voor Zeeland[Künzel, 1988, 320, 315.].
Gysseling[Gysseling, 1960a, 332.] meent dat deze riviernaam van het keltische Skaldis komt. Moerman citeert Schönfeld, die de naam verklaart uit germaans *shald(i), "ondiep"[Moerman, 1956, 119.].
Schelde = kwaliteit(ondiep)
Verlanding van de Schelde bij Agger
Doordat de zeearm tussen Walcheren en Vlaanderen in oostelijke richting langer werd en daar uiteindelijk de Honte aantapte die vanouds oostwaarts uitstroomde in de Schelde, ontstond de "Honte- of Westerschelde". Vermoedelijk stroomde in de loop van de dertiende eeuw bij storm steeds meer en meer water door deze zone naar de Schelde, waardoor de Antwerpse Polders (het huidige Antwerpse Havengebied) steeds vaker van dijkbreuken te lijden had. In 1287 / 1288 begon voor die streek en ook voor Agger, een lange overstromingsperiode. De streek werd toen "Waterland" of "Terra aquosa" genoemd. In de loop van de veertiende eeuw verdiepte en verbreedde de Westerschelde en vanaf 1400 was het kennelijk een regelmatige vaarweg tussen de zee en Antwerpen. De oude rivier tussen Zandvliet, Bergen op Zoom en Reimerswaal bestond echter nog steeds. Pas door de overstromingen van 1530 – 1570 werd aan dat riviervak het "rivierkarakter" ontnomen en ontstond het Oosterscheldebekken. Ten westen van Woensdrecht lag nu een wantijgebied dat snel opslibde. Door deze opslibbing liep ook de oude Scheldegeul dicht. Het stukje dat het eerst weer omdijkt werd bleef nog herkenbaar, maar die geul is veel smaller dan de middeleeuwse Schelde ter plaatse. In de jongere en hoger opgeslibde polders is van de Scheldeloop niets meer te zien.
Over de wijze en juiste datering van het dichtslibben van deze riviertak ontbreken precieze gegevens. Het proces startte mogelijk al in de 14e eeuw en werd waarschijnlijk snel afgerond kort na de grote overstroming van 1570. Uit een gedegen profielonderzoek van de doorsnijding van de rivier zou over het dichtslibben van de rivier veel geleerd kunnen worden. Dat is wel geen potten-en-pannen-archeologie, maar wel een belangrijk onderzoeksaspect, temeer omdat stemmen opgaan om in deze omgeving opnieuw een verbinding tussen Oosterschelde en Westerschelde tot stand te brengen. Het is dan van belang om te begrijpen waarom de natuurlijke verbinding op natuurlijke wijze tot een eind kwam. De mogelijkheid bestaat dat in of nabij de oude Schelde scheepswrakken aangetroffen worden.
Parochieel: De Schelde was hier de grens tussen de bisdommen Utrecht (west) en Luik (oost).
Staatkundig ca 1500: grensrivier tussen hertogdom Brabant en graafschap Zeeland.
Cultuur-Historische Waarden Noord-Brabant 2005
AMK Archeologische monumentenkaart
Niet opgenomen.
IKAW Indicatie archeologische waarden
In niet gekarteerd gebied
HISTSTED Historische stedebouwkundige structuren
Niet opgenomen.
HISGR Historisch Groen
Hoog gewaardeerd historisch groen, G39, omschrijving: Houtwal, kreekbeplanting, watergangbeplanting Calvensche Kreek, Kapitale Uitwatering, Agger, Woensdrecht. NB: dat gaat dus niet over de verlande Schelde!
Literatuur
Dekker, C.. Zuid Beveland. De historische geografie en de instellingen van een Zeeuws eiland in de middeleeuwen. Assen, 1971.
Ente, P.J. (red). Markizaatsmeer Atlas. Bodemgesteldheid en geohydrologie. Lelystad, 1978. (Werkdocument 1978 - 352 Abw RIJP).
Kraker, A.M.J. de (red.). De Westerschelde, een water zonder weerga. Ontstaansgeschiedenis en kaartbeeld, havens, handel en scheepvaart, verkeer, verdronken dorpen, oorlog en verdedigingswerken, natuur en milieu en andere aspecten van de Westerschelde. Kloosterzande, 2002. (226blz, ill., ISBN 90-72604-07-5)