Hildernisse (Woensdrecht, nu Bergen op Zoom)
14 juli 2005
3.2 Hildernisse
1095. allodium de Hildenesen in Taxandria[109509231.].
1232. curtem nostram de Hildenesem[123209021.].
1232. advocatus curtem de Hildenesem[123209022.].
1233. terra que Polre dicitur et terra de Hildernisse[123303051.].
1246. apud Hildernisse[124604251.].
1292. tendentem a communi plathea de Molenbeke versus Hyldernisse, usque ad iusticiam de Hyldernisse[129203071.].
1296. Iohannem investitum ecclesie de Hildernisse[129606241.].
1299. ecclesiarum de Bergis, Hildernisse, Helsteren, Couerenghe, Steenberghe, Ghestele, Rosendale et de Nispen[129907041.].
1330. in Hildernisse[133009081.].
1331. alsoo verre als zijn ambacht stricket in Hildernisse[133111021.].
1312/51. Willelmus filius Arnoldi de Hildernisse[ARAB, RK 542, I 14r12vb, II 10R4vo.].
1369. Hildernisse[Meijers, 1940, 65.].
1400ca. Daniel Cl. ute Hildernisse[Van Ham, 1969, 40.].
1436. item van der torfthienden in Hildernisse[Van Loon, 1966, 111.].
1570. Hildernisse[GA BoZ, ARR 1558, kaart 2.]
1787. Hildernisse.
1840. Hildernisse (in potlood), Slikken van Hildernisse.
1845b. Hildernisse, Slikken van Hildernisse.
1856. Hildernisse, Slikken van Hildernisse.
1908. Hildernisse.
1988. Hildernisse.
In 1570 verdronken dorp en parochie. De naam leeft voort als de naam van een boerderij pal aan "de kust", precies ten oosten van het verdwenen dorp. Vermeld worden de Slikken van Hildernisse.
Bij Calais werd in 1124 een plaats Hildernisse vermeld[Gysseling, 1960a, 495.].
De naam Hildernisse lijkt samengesteld uit de elementen Hilder- en -nisse. Dit laatste is wel het in Zeeland veel voorkomende nisse of nesse, in het water uitstekend stuk land, te meer omdat Hildernisse in een bocht van de Schelde lag. Het element Hilder zou volgens Künzel uit de persoonsnaam Hilde gevormd kunnen zijn[Künzel, 1988, 181.]. Er is echter een gelijkenis met het naamselement Halder-, dat voorkomt in Halderberg te Hoeven, en Halderdonk te Princenhage. Evenwel, er komt hier steeds een -i-, waar elders een -a- staat. Zo komen we aan hil-, de gebruikelijke naam voor een buitendijkse opslibbing in noordwestelijk Noord-Brabant. In analogie van Halle > Halderdonk (Princenhage) zou Hildernisse dan betekenen: de nesse van de hil, ofwel: de vooruitstekende punt van de opslibbing.
Hildernisse = hil + nesse
SCHETS VAN DE VERKAVELING VAN HILDERNISSE
(gemeente Woensdrecht)
Het middeleeuwse dorp Hildernisse, destijds een afzonderlijke heerlijkheid en parochie in het Land van Bergen op Zoom, raakte in de 16e eeuw overstroomd. Het werd niet meer herdijkt. De plaats waar dit dorp lag, bevindt zich nu in het oostelijk deel van de Oosterschelde en loopt bij iedere vloed onder water. Alhoewel onder dergelijke omstandigheden een site geheel verloren kan gaan, heeft Hildernisse vermoedelijk tot nu toe geluk gehad.
LIGGING
Het dorp Hildernisse lag destijds in het lage land aan de voet van de terrasrand van Bergen op Zoom. Op 2 tot 2, 5 km ten westen van het dorp stroomde de rivier de Schelde voorbij. Ten westen van de Schelde lag de Wilde Moer van Zuid-Beveland, met een aantal dorpen langs de Schelde. In de rivier lag de grens tussen Zeeland en Brabant; dit deel van Brabant behoorde tot het Land van Bergen op Zoom. De terrasrand werd sinds de middeleeuwen door erosie plaatselijk nog wat in oostelijke richting verschoven. De ligging van de middeleeuwse Schelde en van het dorp Hildernisse is goed bekend uit vergelijking van de kaart van Jacob van Deventer (editie Silvius) uit 1546 met de resultaten van recente geologische verkenningen.
OVERSTROMING
Nadat de Wilde Moer in 1530 door overstroming voorgoed verloren was gegaan, lag er bij vloed ten westen van Hildernisse een grote watervlakte. Vervolgens werd ook het eiland van Hinkelenoord, Agger en Bath. Bij volgende stormen kreeg Hildernisse zware klappen en ten slotte ging het ten onder. De Schelde liep nu uit in een breed open gebied, waarin de bedding uiteindelijk kon verzanden omdat de Westerschelde de hoofdstroom werd. Nadat in 1867 Zuid?Beveland aan Brabant werd vastgedijkt, slibde de oude rivierbedding verder dicht. In hoeverre de hoofdgeul zich in de tijd na 1530 nog belangrijk heeft verlegd, is onduidelijk. Blijkens de geologische kaart lijkt de Schelde een nieuwe geul gevormd te hebben, die midden door de Wilde Moer liep, maar later in het oosten geheel toeslibde.
Tot medio 1983 kwam het getij nog tot in Hildernisse. Daardoor, maar vooral door stormen, werd veel zand over de oude ondergrond van het gebied verplaatst. Hierdoor werden sommige gedeelten van het niet overal verwoeste middeleeuwse polderland tijdelijk "schoongeveegd" en andere dik toegedekt. Getij en stormen vormen ook kreken en geulen, die de oude ondergrond eroderen Het is een kwestie van geluk, dat (een deel) van Hildernisse gespaard bleef.
LUCHTFOTO's
Op de Topografische Dienst te Delft werden de luchtfoto's, die sinds 1935 van dit gebied gemaakt werden, bestudeerd. Met name op de foto's uit 1935 en 1957 bleek nog veel te herkennen te zijn. Op latere foto's lijkt het gebied door een grote zandmassa afgedekt te zijn.
Op de foto's van 1935 en 1957 bevindt zich juist een 60 hectaren groot zandvrij gebied rond de coördinaten 77500 - 386750. In dat gebied is een typisch niet-natuurlijk patroon te zien, dat zich duidelijk onderscheidt van het geulen- en krekenpatroon. Op een grijze achtergrond tekenen zich donkere en lichtere lijnen af. Doordat in oude sloten en andere laagten zand blijft hangen, terwijl hogere tussengebieden schoongespoeld werden (donker werden), werd dit patroon zichtbaar. Het is in kaart gebracht en bevindt zich in het gebied van Hildernisse.
DE VERKAVELING
**Lijn-elementen
Het meest opvallend is een aantal parallelle kromme lijnen. een daarvan strekt zich over de volle lengte van het zichtbare gebied uit: bijna 2 kilometer lang. Deze lijn is gebogen en maakt een haast haakse bocht. Juist in die bocht zijn wat details te zien, die er op kunnen duiden dat dit een dijk was. Ten zuiden van de haakse bocht ligt er een soortgelijke lijn op 40 tot 70 meter ten oosten van de eerste: een inlaagdijk? Pal ten zuiden van de bocht verlaat een andere dubbele lijn de "dijk" om iets verder naar het westen te draaien en er breder te worden. Dit lijkt eerder een weg, die over 700 meter te volgen is. Schuin in de bocht ligt een dubbele lijn, die wellicht een dijk is om de oorspronkelijke dijk te bekorten. Verder naar het noordwesten vertrekt vanaf de "dijk" nog een dubbele lijn: een weg of dijk?
**Vlak-elementen
De verkaveling is in hoofdzaak strookvormig, met erg smalle stroken. Ten zuidoosten van de bocht zijn ze ongeveer 25 meter breed aan de dijk en achterin wat smaller. Gelijke breedten komen ook elders op de foto's veel voor. De stroken hadden lengten tot minimaal 200 meter, maar de rest van de stroken zat onder het zand. Een ruimere verkaveling ligt in een klein gebiedje noordwest van de bocht: kavels van 40 bij 90 meter. Op twee plaatsen komt een minuscule verkaveling voor. Binnen de bocht ligt een blokje met 6 mini?stroken ieder 10 bij 50 meter. Ten zuidoosten van de bocht ligt een stel blokjes, van ongeveer 25 bij 25 meter ieder.
**Punt-elementen
Opvallend is een onregelmatig perceel van 40 bij 40 meter, dat door een weg met de "dijk" verbonden is. Het perceel lijkt omgracht en heeft een donker vlekje in het midden. Dit moet haast een huiserf geweest zijn. Voor een boerderij is zo'n kaveltje wel erg klein. Alternatieven: slotje of de kerk. Ten noorden van dit object ligt een onregelmatig perceel dat er kennelijk verband mee houdt: moestuin, voorhof of kerkhof? Op 220 meter ten westnoordwesten van dit eerste bijzondere object, ligt een tweede: een rond vlekje in een strookvormig perceel, zonder weg erheen. Drinkpoel voor vee? 200 Meter ten noordoosten hiervan een derde object: een rechthoekig vlekje van nog geen 20 bij 10 meter: een huis? Juist in de buitenbocht van de "dijk" ligt nog zo'n plekje en 400 meter zuidelijker een volgende, die wat groter is.
**Onderlinge relaties
Het noordwestelijke stuk "dijk" lijkt een verkavelingsblok te doorkruisen. Dit is echter moeilijk te zien, maar het kan er op duiden dat dit stuk dijk (als het een dijk is) over een reeds verkaveld terrein werd aangelegd. De "dijk" die de bocht in de grote "dijk" afsnijdt, kan bedoeld zij als bescherming van het eerst behandelde puntobject.
CONCLUSIE
Alles overziende, lijken we hier een stukje "buitengebied" van Hildernisse voor ons te hebben, met een doorgaande dijk als as. Een typische dorpskom zie ik er niet in: die lag overigens ook oostelijker.
Hildernisse is voor het laatst afgebeeld op een kaart uit 1570 die de zojuist gebroken dijken aangeeft. GA Bergen op Zoom, ARRI 1558 kaart 2 (voorheen VTH 1466). Op deze kaart ook Geertrudisbronne, kasteel en dorp van Borgvliet.
Geologie rond Hildernisse
Het "Landschapsoecologisch onderzoek Markizaatsmeer", Flevobericht 192, 1982, geeft belangrijke informatie over de geologie van het oostelijk deel van het Oosterscheldebekken. De hoge rand van Brabant ("klifkust") bereikt hier een hoogte van rond 15m+NAP. Met een abrupte daling naar ca 2 m+NAP eindigt dit hoge gebied. Er is dan een plateau tussen 2m+NAP en 2m-NAP, dat net als het hoge plateau versneden is door smalle dalen. Hierop volgt een tweede snelle daling naar een niveau van 12m-NAP van de bedding van de pleistocene Schelde. Die bedding is ongeveer 4 kilometer breed. Aan de westzijde stijgt de pleistocene ondergrond weer tot ca 7m-NAP.
De pleistocene ondergrond behoort vermoedelijk tot de Tegelenformatie, die langs de "klifkust" kennelijk van ca. 15m+NAP daalt naar 7m-NAP. Direct langs de rand loopt het brede oude Scheldedal, waarin een bodemlaag met een dikte van ca. 5 meter opgeruimd is. Langs de rechterzijde van de brede bedding wordt een jong-Pleistocene/oud Holocene stroomdraad aangegeven.
De bedding is vervolgens gevuld met achtereenvolgens basisveen, afzettingen van Calais, Hollandveen en Duinkerke II en IIIab. Het Hollandveen zou dateren van 2500 v.Chr tot 250 n.Chr. Onduidelijk blijft of het hier dateringen van monsters uit DIT gebied betreft, dan wel een algemene datering. In dit veen was de Scheldeloop hooguit 500 meter breed. De rivier volgde toen de linkerzijde van de oude brede bedding. In de dwarsprofielen komen er geen oeverwallen naar voren. Vanaf 250 n.Chr werd een pakket zware, veelal humeuze en zandige klei afgezet, die als Duinkerke II afzetting beschreven wordt. De afzettingen van na 1530-1570 worden tot Duinkerke IIIa en b gerekend, wat wel wat wonderlijk aandoet.
Van de 3 dwarsprofielen is vooral B interessant. Ten eerste geeft dit het meest onverstoorde beeld. Bovendien is daarin juist de donk van Hildernisse te zien, die tot boven 1m-NAP reikt en niet bedekt is door veen of kleiige Duinkerke-afzettingen. Tegen de donk komt het veen, volgens dit profiel, tot ca. 2m-NAP. Merkwaardig is voorts dat de kleiige Duinkerke-afzettingen in oostelijke richting dikker worden en uitwiggen naar de rivier toe. Daar ligt de kleitop op 3m-NAP, aan de kust echter even boven NAP! Verklaring...?
De laag Hollandveen is aan de onderzijde veel vlakker dan aan de bovenzijde. Dit kan het gevolg zijn van erosie en/of moerdelverij. Als de kleiige Duinkerke afzetting inderdaad DII is, zal erosie geen vat op het onderliggende veen gehad hebben en resteert moerdelverij als verklaring.
Het hoogteprofiel van de bovenzijde van de Tegelenafzetting laat een oostelijk niveau rond 15m+NAP zien; een westelijk rond 7 m-NAP; een Scheldebedding rond 12m-NAP en een helling waarin tussen 2m-NAP en 2m+NAP een terras aanwezig is. Dat geeft vermoedelijk aan op welk niveau in het Holoceen de erosie plaats vond. Hildernisse ligt op een donk die op dit plateau rust; klooster Emmaus wellicht ook.
De ontwatering van de hoge rand verloopt via de beekjes Molenbeek en Blaffert. Bovendien ontspringen aan de voet van de Kraaienberg en van Hoogerheijde eveneens waterloopjes die vrij forse geulen in de pleistocene ondergrond uitgroeven.
Parochieel: Hildernisse was een eigen parochie met kerk, patrocinium: Sint-Gertrudis, bisdom Luik.[Bijsterveld, 1993, Bijlage 3.]
Staatkundig ca 1500: hertogdom Brabant, land van Bergen op Zoom.
Cultuur-Historische Waarden Noord-Brabant 2005
AMK Archeologische monumentenkaart
Niet opgenomen.
IKAW Indicatie archeologische waarden
In niet gekarteerd gebied
HISTSTED Historische stedebouwkundige structuren
Niet opgenomen.
Literatuur:
Ente, P.J. (red). Markizaatsmeer Atlas. Bodemgesteldheid en geohydrologie. Lelystad, 1978. (Werkdocument 1978 - 352 Abw RIJP).
Ham, W.A. van. De vijf heerlijkheden in de gemeente Woensdrecht. Publ.Nass. Brabant nr. 39 (1977) {KBH wet. coll 0629 bab} {BPG p 664}
Landschapsoecologisch onderzoek Markizaatsmeer", Flevobericht 192, 1982
Leenders, K.A.H.W.. Hildernisse. Geografisch Tijdschrift 18 (1984) 146 - 149.
Philippen, L.J.M.. Het testament van Godevaart IV heer van Schooten - Breda 1246. Oudheid en Kunst 25 (1934) 9 - 20.