18 mei 2005
In ARCHIS wordt Fijnaart opgevoerd als een mogelijk in of voor 1421 verdronken dorp.[43HZ1; inv krt ROB] Daarom wordt het hier besproken.
1381. die Fiinre[138101181.].
1487. Mechtelt Fijnaerts[148709091].
1548. gors genaamd de Finere[Van Ham, 1969, 70.].
1548. Vrouwe Jacobslandt alias den Fijnaert[Van Ham, 1979, 31.].
1561. dijk van de Cleynen Finart, Groeten Finart[Van Ham, 1969, 70.].
1563. neffens .. den Finert, inden Finert[De Hullu en Verhoeven, 1920, 78, 80.].
1565. Tdorp van den Fynert; De Fynaert alias vrow jacobs lant[ASB, Gastelse kaart.].
1576/9. op de gorsinge van de Henigen, soo sal oock Henninghe gelegen aen den Finaert, aen den zide van den Finert[De Hullu en Verhoeven, 1920, 37, 97, 156.].
1576/9. de creecke tusschen (prins en markies) in de Clundert, genaempt den Valckenberchschen Amere; ... de dijkagie van den Finaert int overgaen van den Valckenborsen Amer, dat een zeer groot out diep wastusschen den Finaert ende den Ruijgenhil[De Hullu en Verhoeven, 1920, 156, 338.].
1787. Fynaart.
1845. Fijnaart.
1856a. Fijnaart.
1856b. Fijnaart.
1908/9. Fijnaart.
1989. Fijnaart.
Dorp in gelijknamige polder, hoofdplaats van de gemeente. Voorafgaand aan de bedijking in 1548 de naam van een gors en in 1381 de naam van een te bemoerdijken gebied. Vrouw Jacob, waarnaar het te bedijken land in 1548 vernoemd werd, was de toenmalige vrouwe van het Land van Bergen op Zoom, waartoe ook Fijnaart behoorde. Geen gehuchtse akker, straat, beemd of hei.
Moeten we uitgaan van de vorm Fiinre, of van de langere latere vormen Fijnaart ? Voor fiin, fijn zijn meerdere interpretaties denkbaar[Verdam en Ebbinge Wubben, 1932, 173]:
1) "einde". Fijnaart lag ook in de 14e eeuw ingesloten door andere zoutwinningsgebieden en dus niet "op het einde" van het land tegen het grote water. Wel lag het nabij de grens Brabant - Holland.
2) "het vereffenen van een schuld door een geldlening". Dit is een mogelijkheid in het wereldje van turf- en zoutwinning, waarin veel geld omging. De naam zou dan vergelijkbaar zijn met "Het Vervul" in het zuiden van Etten. Dat veengebied werd aan een eerder verkocht moer toegevoegd, dat te klein uitgemeten bleek te zijn. De toevoeging diende "ter vervullinge" (aanvulling) van de verkochte oppervlakte.
3) "volmaakt", "dood". Het is niet duidelijk waarop dat bij een terreinnaam zou moeten duiden.
4) Mnl. fineren kan ook betekenen: eindigen. De naam zou dan zoiets betekenen als "op het einde van het bewoonde gebied gelegen". Gezien vanuit Niervaart - Gastel beschrijft dat de geografische situatie van de 14e eeuw.
In vergelijking met het naburige Klundert, waarvan de naam zou verwijzen naar kluiten klei of turf, zou ook aan een tegenstelling fijn-grof gedacht kunnen worden: in Klundert grove kleiblokken, in het naastgelegen Fijnaart een fijnkorreliger kleistructuur ? Dit zou kunnen wanneer beide namen rond de bedijkingstijd opkwamen. De naam Fijnaart wordt evenwel al in 1381 vermeld, Klundert eerst als het gors bedijkingsrijp begint te worden, in de 16e eeuw.
Fijnaart = einde + r-suffix
Parochieel: Het in 1548 bedijkte Fijnaart was een eigen parochie, patrocinium Sint-Jacobus, bisdom Luik. De eerste pastoor werd in 1551 genoemd.
Staatkundig ca 1500: hertogdom Brabant, land van Bergen op Zoom.
Cultuur-Historische Waarden Noord-Brabant 2005
AMK Archeologische monumentenkaart
Niet opgenomen.
IKAW Indicatie archeologische waarden
In gebied met lage verwachtingswaarde.
HISTSTED Historische stedebouwkundige structuren
De huidige dorpskern van Fijnaart wordt als een historische stedenbouwkundige structuur van hoge waarde aangegeven. Fijnaart (1500-1600) is van belang vanwege de aanleg volgens het Flakkeese type: haaks op de oude polderdijk (Molenstraat, Kadedijk) aangelegde Voorstraat, aan het einde waarvan de in plattegrond rechthoekige en omgrachte Kerkring, met alleen aan de noordelijke zijde een achterstraat (Wilhelminastraat). Direct aan de straat geplaatste één- en tweelaags bebouwing met gemend functioneel karakter. Het bebouwingsbeeld is op hoofdlijnen gaaf maar plaatselijk recentelijk gewijzigd.
Literatuur
Ham, W.A. van. Het doorluchtig huis van Bergen op Zoom. Een overzicht van de geschiedenis van de heren en markiezen van Bergen op Zoom, hun verwanten en hun bezittingen (1287 - 1795). Zaltbommel (Europese bibliotheek), 1977. (112 p., ill., ISBN 90 288 5074 0)
Ham, W.A. van. De vroegste jaren van Fijnaart, alias Vrouw Jacobsland. In: De Heren XVII van Nassau Brabant. Zundert, 1979, blz. 29 - 40.
Herben, M.H.A.J., L. van Mierden. Geschillen tussen de graaf van Nassau en de markies van Bergen op Zoom over de grens tussen Klundert en Fijnaart. Jaarboek De Oranjeboom 51 (1998) 124 - 131.