Balrouw (Hoeven, nu Halderberge)

24 mei 2005 KL

 

3.3                   Balrouw

 

1311.   homines nunc commorantes vel qui in posterum commorabuntur infra parrochiam meam de Ghestele in loco qui vocatur Halderberghe sive In den Hoeven et in loco qui vocatur Belru[ONB 1582.]

1356.                     onse goet, dat men heit Balru[135609291.].

1740.                     De Balrousche (tiend)[ABA, A169, 10.].

1787.                     (naamloos).

1845b.                     Breede Balrouw, Hooge Balrouw, Balrouw.

1838/56a.                     Hooge Balrouw,

1838/56b.                     (naamloos).

1908.                     Hoog Balrouw.

1988.                     Brede Balrouw, Hooge Balrouw.

 

De Hoge Balrouw is in 1787 en ca 1850 en nog 1908 een onbewoond en grotendeels bebost gebied omsloten door de weg genaamd Brede Balrouw. In 1908 staat er één huis. Thans is het gebied rondom bebouwd met boerderijen lang de Brede Balrouw. In 1311 blijkt Balrouw het tweede gehucht van Hoeven te zijn. We hebben hier dus een wederbewoonde Wüsting!

Het Balru van 1356 is een Bredaas leengoed waar zout en turf gewonnen kon worden en dat tussen de goederen van St. Bernaards (=Hoeven/Oudenbosch) en die van de heer van Putte (= Klundert) gesitueerd werd. Dat is dus veel verder weg! In 1357 werd het moergebied Rucphen uitgegeven. Dit strekte in het noordoosten tot aan gronden van dezelfde twee ridders die in 1356 Belru bezaten. Niet duidelijk of het om hetzelfde gebied gaat of om een ander bezit van beide heren.[135701051.]

Geen gehuchtse akker, straat, beemd of hei.

 

Te Tielen een gehucht de Balderij.

 

Voor de naam Balderij te Tielen geven Helsen en Helsen geen enkele verklaring. Bal of bel betekent slecht. Vergelijk Bel bij geel, dat gevormd werd uit bel + lo. Wellicht geldt dat ru < rude, schurft [Verdam en Ebbinge Wubben, 1932, 502.]. Rauw gezegd van moeren in deze streek duidt op de nog onaangeroerde, onvergraven toestand ervan[Leenders, 1989, 50.]. De naam zou dan betekenen: slechte schurftige grond, of slechte nog onontgonnen onvergraven veengrond.

 

Balrouw = bel(slecht) + rauw(onvergraven, gezegd van veen).

 

Overige aantekeningen

In het oudste overzicht van de lenen van Breda, dat dateert van 1474, komt dit leengoed niet voor, net zo min als in latere leenboeken. Het is evenmin herkenbaar tussen de in 1327-1339 in Brussel verdwaalde lenen, maar die lijst is niet volledig. Vanaf 1278 gaf de heer van Breda grote gebieden in deze omgeving uit aan de abdij van St.-Bernaards aan de Schelde. Het in 1356 genoemde leengoed moet voordien gevormd zijn. De grote uitgiftegolf van veengebieden begon in 1264. De vorming van het leen Balrouw kan daarom tussen 1264 - 1278 gedateerd worden. Het moet vóór 1474 opgeheven zijn.

 

Het gebied van de aangrenzende Hoevense Beemden met de St. Maartenspolder werd in 1390 en/of 1399 door de abdij van St. Bernaards uitgegeven om er te moerdijken.[139001201; 139909081.] In 1410 werd het gebied van de Hoevense Beemden voor agrarische doeleinden uitgegeven, met als argumentatie: om behuet te sine, ende te scuwen grote verderffelike scade, die hen voirtijts daer aen gesciet ende namaels veel gescepen waren te gescien vanden moerdikers die bi daeghe ende bi nachte die zoeden vanden goeden voers. afstaken ende henen vuerden, dat die zee tallen getijden daer overginck ende grote scade daer aen dede.[141004151.] Het gebied van de Sint-Maartenspolder werd in 1486 nog als De oude Moerdijk aangeduid.[148502141;148608241.]

 

Voor de nederzetting Balrouw is hieruit af te leiden dat tegen 1390 de omgeving verdronken was. Bij de uitgifte van de Hoevense Beemden in 1410 is géén sprake meer van Balrouw als een nederzetting.

 

Wanneer is Balrouw verdronken? De laatste grote stormvloed voor 1390 is die van 1375. Deze leidde tot de vorming van de Uitslag, het verbindingswater tussen de Mark en de Dintel en noordelijke begrenzing van het hier besproken gebied. Gottschalk, 1971, 483 noemt de periode 1376-1388 “rustig”, vrij van stormvloeden. Ook voor 1389 en 1390 noemt ze geen vloed. Raadsel is dan waarom pas in 1390 het gebied als moerdijk uitgegeven werd.

 

Parochieel: Balrouw had zover bekend geen kapel. Het hoorde tot 1310 onder de parochie Gastel, daarna tot de parochie Hoeven, patrocinium: Sint-Jan de Doper (of O.L.V.?), bisdom Luik.

 

Staatkundig ca 1500: hertogdom Brabant, land van Bergen op Zoom.

 

Cultuur-Historische Waarden Noord-Brabant 2005

 

AMK           Archeologische monumentenkaart

 

Niet opgenomen.

 

IKAW           Indicatie archeologische waarden

 

Deels gebied met hoge verwachtingswaarde; merendeels met lage of middelhoge verwachtingswaarde..

 

HISTSTED            Historische stedebouwkundige structuren

 

Niet opgenomen, alleen wegenpatroon.

 

Literatuur

 

Nispen, C.A.I.L. van. Van de A?B weg naar de Zandstraat. Een overzicht van de straatnamen in Hoeven en Bosschenhoofd. Jaarboek Heemkundekring De Honderd Hoeven 14 (1998) 11 - 108.

Oosterhout, W.C.M. van. De oudste geschiedenis van de Hoevense Beemden. In: Het waterschap De Hoevense Beemden 1409 - 1985. Hoeven, 1985, blz. 12 - 26.

Oosterhout, W.C.M. van, C.M.M. van Caulil, C.A.I.L. van Nispen. Hoevens grenzen gemarkeerd. Jaarboek Heemkundekring De Honderd Hoeven 9 (1993) 108 - 249.