De "nageschiedenis" van de molen aan het Smalwater te Boxtel
Pel, 1994 beschrijft in zijn werk over de industrie in Boxtel ook de nage- schiedenis van de molen aan het Smalwater. In 1802 werd te Boxtel een papierfabriek opgericht door 3 burgers van Breda: C.G. Feuilleteau de Bruyn, C.F. Hoevenaars, J.J. Brest van Kempen. Het is onbekend waarom ze in Boxtel neerstreken. Het afzetgebied van de fabriek lag in het westen van het land. Het was veruit grootste bedrijf in Boxtel met tot bijna 100 werknemers. De waarde gebouwen en werktuigen bedroeg in 1812 2000 gld. De hele productie was op ‚‚n plek geconcentreerd: de papierwatermolen met twee raderen aan de monding van het Smalwater in de Dommel. In 1809 werd er ook een windmolen bijgebouwd. Een deel van de arbeiders was van de Veluwe afkomstig. Eind 1812 waren er 98 werknemers met een gemiddeld weekloon van drie gulden. De fabriek werd onder de voornaamste van het land gerekend. Grondstof lompen. In 1819 volgde verplaatsing (letterlijk: verschuiven over 1166 meter) naar een terrein aan het Leyseven. Die omgeving ging Molenwijk heten. Op die nieuwe plek werd een tweede windmolen gebouwd. Op de oude plek kwam een textielfabriek.