Stroeken, F..
Kleine landschapselementen: Teeltmuren, bouwsteen voor tuinbouw en plezier.
Historisch-Geografisch Tijdschrift 32 (2014) 171 - 174.
Rond fruitmuren of teeltmuren zijn er twee verhalen te vertellen. Het ene verhaal gaat over de fruitmuur van welgestelde stedelingen die in de 17e en 18e eeuw met groot enthousiasme appels en peren kweekten tegen hun muren. Het andere gaat over tuinders, eenvoudige lieden met gegroefde vingers, die in de 18e en 19e eeuw gebruik maakten van muren om meer en betere druiven te telen. Deze verhalen raken elkaar. Er is niet veel over het verband tussen deze verhalen bekend, maar hieronder schets ik hoe het wellicht gegaan is. Na het schetsen van een historische lijn, trek ik deze door tot in 21e eeuw. Kan de teeltmuur ons nog inspireren? Als landschapsarchitect permitteer ik me daarbij enkele gedachtesprongen.
Fruit walls, contributing to horticulture and pleasure.
This article offers a short history of fruit walls in the Netherlands. Fruit walls were first constructed on estates and in urban gardens owned by the wealthy. From 1700 to 1750 many nice fruit walls were built. At that time, it was really fashionable for wealthy citizens to use fruit walls for gardening. A little later, market gardeners adopted the same techniques, using wooden walls at first, replaced later, at the beginning of the 19th century, by stone walls. The landscape in the Westland was dominated by those stone walls during the 19th and part of the 20th century. With the development of horticulture at the rural outskirts of towns, urban gardening with the use of fruit walls lost its attractiveness for wealthy citizens. Horticulture with the use of stone walls developed into large-scale glasshouses in various regions in the Netherlands. For many years one could look in those glasshouses and easily see the vegetables and flowers. Nowadays, the facades of glasshouses are often non-transparent. Wouldn't that be a reason for future use of these facades as fruit walls?