Vannieuwenhuyze, B.

Discussie: De stadsplannen van Jacob van Deventer: staatsgeheim, koffietafelboek, handelswaar of beleidsinstrument?

Historisch-geografisch tijdschrift 29 (2011) 130 - 135.

In de voorgaande twee jaargangen van het Historisch-Geografisch Tijdschrift werd druk gediscussieerd over de functie (of functies) van de overbekende reeks 16e-eeuwse stadsplannen van Jacob van Deventer. Vollenbronck bond in 2009 de kat de bel aan, maar stuitte een jaar later op de hevige reactie van Heere, van der Krogt, Ormeling en Storms (die ik in wat volgt gemakshalve 'de Utrechtse geografen' zal noemen). Zij maakten brandhout van Vollenbroncks stellingen, maar deden aan het einde van hun betoog tevens een oproep aan de 'buitenwereld' - dat zijn onderzoekers 'van buiten de historisch-cartografische discipline' - om hun licht over Jacob van Deventers stadsplannen te laten schijnen.

The urban maps of Jacob van Deventer: state secret, coffee table book, commercial product or policy instrument?

Last years, the debate on the function (or functions) of the urban maps drawn by Jacob van Deventer in the middle of the 16th century has been reactivated in the Historisch-Geografisch Tijdschrift. In 2009 Vollenbronck stated this impressive collection of circa 250 maps was not composed for military purposes, but served as a territorial and political tool. One year later, his arguments were countered vividly by a group of geographers of the Utrecht University. In this article, I focus on the strengths and weaknesses of both contributions. The life and work of this famous cartographer deserve new research, the results of which may contribute to the ongoing debate that is to be continued.


© Copyright : HGT