J. Beenakker

Het industrieel erfgoed van de bloembollencultuur

Historisch Geografisch Tijdschrift 23 (2005) 84 - 90.

De bloembollenstreek tussen Haarlem en Wassenaar dankt haar naam aan de explosieve groei van de bloembollenteelt en -handel tussen 1850 en 1940. In deze jaren zijn zowel binnen de dorpen zelf, verscholen in de veel voorkomende lintbebouwing, als in het open veld honderden bollenschuren voor het drogen van bloembollen gebouwd. De kwaliteit van de bloembol is namelijk grotendeels afhankelijk van een goede controle over de droogtemperatuur. De bollenschuur speelt daarom een hoofdrol in de geschiedenis van de bloembollenstreek. Naarmate de kennis over de bolbehandeling toenam, veranderden bouw en inrichting van de bollenschuren. Tussen 1850 en 1940 ontwikkelde zich zodoende in de streek een kenmerkende bebouwing van speciale bedrijfspanden. Vele daarvan kennen een rijke architectuur waarin uiteenlopende stromingen te herkennen zijn.

Industrial heritage of bulb growing

The Bloembollenstreek (literally: bulb culture region) between Wassenaar and Haarlem derives its name from the rapid growth of bulb culture and bulb trade in this area between 1850 and 1940. Bulb quality depends much more on the methods of drying and storing the bulbs than on the way they are grown. Therefore buildings used for drying and storing bulbs play an essential role in the bulb industry. The construction and design of these buildings changed through the years as knowledge of the drying process and optimal storing conditions increased. From open wooden sheds with natural air circulation they evolved into closed buildings with air conditioning. The wealth of the farmers is apparent from their large houses and extensive bulb sheds. Many of these sheds disappeared as the scale of bulb culture increased. A conservation committee (www.bollenschuren.nl) tries to protect the remaining ones, as they are an important part of the industrial heritage and landscape of the Bloembollenstreek.