H. van Liefland
De identiteit van het landschap op de Nederlandse Waddeneilanden.
Historisch-geografisch tijdschrift 19 (2001) 94 - 107.
Bij aankomst zijn de verschillen al zichtbaar. Op Texel is de moderne veerhaven gericht op de snelle verwerking van toeristenstromen. Daar begint ook de autoweg over het eiland. Texel lijkt een verlengstuk te zijn van het Noord-Hollandse landschap. Vlieland roept een echt eilandgevoel op. Het vasteland is bij helder weer nog maar een streep aan de horizon. Op Terschelling waan je je op een eiland in de oceaan. In de haven ruikt het naar teer, naar vis, naar zee, naar ver weg. Er hangt een lome sfeer tot de veerboot aankomt en het plein één en al bedrijvigheid wordt. Weer anders is de aankomst op Ameland. Hier geen haven maar een veerdam die, al naargelang het tij, een eind in zee steekt of op het wad ligt. Verderop is tussen hoge bomen een dorp zichtbaar. Op Schiermonnikoog is eveneens een veerdam. Prehistorische bussen van de plaatselijke hotels wachten op de gasten. Zijn hier wel hotels? Ik zie al leen maar polder. Op Wieringen, oorspronkelijk een eiland, kom je niet aan: je rijdt er langs of door. Op de Afsluitdijk: '0, was dat Wieringen? Niet gezien'.
The identity of the landscape of the Dutch Frisian Islands
This article describes the identity of the inhabited Dutch Frisian Islands (Waddeneilanden), including the former island of Wieringen. On the basis of the topographical maps (scale 1:25,000, published in 1998) the differences of the landscape of these islands have been quantified in the table. The most important factors that determined the landscape in the last three centuries are the physical-geographical conditions, the political situation and the economical development at the end of the 19th and in the 20th century. Considerable changes in the landscape started with the reclaiming of dunes through afforestation and the planting of marram-grass. Later, in the middle of the 20th century, it was followed by re-allotments, which had a large impact on the agrarian landscape. Finally, the sharp increase of recreation and tourism after World War II had an important impact on the landscape too. On the one hand the islands have a common identity, generally based on the physical structure. In most cases they have a barrier-beach with dunes and, in its shelter, salt marshes. On Wieringen the dunes are missing and there are no embanked salt-marshes on Vlieland. Texel and Wieringen are the only islands with a pleistocene base. The physical-geographical conditions and the political situation on the different islands determined in which period the salt-marshes were embanked and to which extent this was done. The period in which the embankment was realised had an important impact on the final shape of the island at the Waddensea side. Although there are many similarities, each island has on the other hand its own identity, which is determined by the various factors described above. There are many differences, but difference does not yet mean identity. The identity is determined by the existence and the arrangement of the composing elements of the landscape and their spatial dispersion.