's Hertogs tienduizend bunders
HET CIJNSBOEK VAN DE
HERTOG VOOR DE MEIJERIJ
VAN 'S-HERTOGENBOSCH
VAN 1340
Analyse en Bewerking
Martien van Asseldonk
Sri Lanka,
maart 1998
Versie 12 februari 1999
© Copyright : M.
van Asseldonk
Sint-Michielsgestel
(Gemeente 1996 = St.-Michielsgestel)
fol. 31v Ghestele
cijnzen van de heer hertog in Ghestel bij Herlaer
1. Ten eerste Arnoldus de Rademaker, 4 schellingen en 3 penningen
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: een deel van het cijnsbedrag is weggeradeerd
2. Andreas van Hulsdonc, van het erfgoed van Henricus van Bladel, 6 nieuwe schellingen
moeilijk leesbaar bijschrift: bu.. de cl.
later: Oda, de weduwe van Andreas
betaald: 1340 t/m 1350, overleden
opmerking: de oorspronkelijke beschrijving van het cijnsbedrag en cijnsgoed is weggeradeerd en vervangen door '6 nieuwe schellingen'
a. Arnoldus de Sterke (Fortis), van het erfgoed gelegen in die Brake ten Hovel, 5 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: deze cijns is in de plaats van een weggeradeerde cijns geschreven
3. Albertus, zoon van de persoon (investiti) van Ghemonden, van het erfgoed van de erfgenamen van Elisabeth van Overbeke, 9 nieuwe penningen en 1 nieuwe oort
later: de weduwe en kinderen
doorgestreept, laatste betaling in 1351
opmerking: Deze cijns is onder voorbehoud bij cijns nr.13 gevoegd.
4. dezelfde, van het goed van Renerus van Scadewyc, 2 1/2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
5. Boudewinus van Boecstel, 4 nieuwe schellingen
later: de kinderen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1349 en 1350
6. Bata van Beke, 2 1/2 oude penningen, van het erfgoed van Petrus van Petterlaer
betaald: 1340 t/m 1351
7. dezelfde, 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
8. dezelfde, van het erfgoed van Baudericus, 3 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
b. dezelfde (Aalbertus, zoon van de persoon (investiti)), van het erfgoed van Bata van Beke, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
9. Arnoldus, zoon, schoonzoon (gener) van Goetscalcus, man (vir) van Mette,
2 schellingen en 2 1/2 penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1347
bijschrift: Daniel, zoon van Johannes Vter Hautert
bijschrift fol. 32: Daniel, zoon van Johannes Vter Hautert, van het erfgoed van Arnoldus, man (vir) van Mette, 2 schellingen en 2 1/2 penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1349
bijschrift: Aelbertus
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Aalbertus, zoon van de persoon (investiti)), voor
Daniele Vter Hautert, 2 nieuwe schellingen en 2 1/2 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
10. heer Otto van Hokelem, 11 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
11. heer Ghiselbertus van Audenhuse, 2 1/2 nieuwe schellingen, (bijschrift: voor een altaar in Boxtel)
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: de naam van de oorspronkelijke heer is weggeradeerd en vervangen door 'Ghiselbertus van (Ziden??)', het 'heer' en het cijnsbedrag zijn in oorspronkelijk handschrift
12. heer Colen, pastoor (presbiter), 3 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 32 Ghestel
13. Elizabeth van der Braken, 1 1/2 nieuwe schellingen en 2 penningen, en 1 oort
later: de erfgenamen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
opmerking: de naam van de oorspronkelijke cijnsbetaler, beginnend met een E- is weggeradeerd en vervangen door Elizabeth
Het cijnsbedrag is veranderd. Mogelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag
11 nieuwe penningen en zijn hier 9 nieuwe penningen en 1 nieuwe oort van cijns nr. 3 bijgevoegd.
14. Enghelbertus, zoon van Arnoldus de Sterke (Fortis), 4 oude penningen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift fol. 31v:dezelfde (Arnoldus de Sterke (Fortis)), 4 oude penningen van een hofstad in Hanewijc
betaald: 1340 t/m 1351
15. Egidius, zoon, genaamd Hovelmans, 17 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
16. dezelfde, 2 oude pennigen, voor de weduwe van Bollardus
betaald: 1340 t/m 1351
c. dezelfde (Egidius, zoon, genaamd Hovelmans), 2 mijten (mitas)
betaald: 1340 t/m 1351
17. Enghelbertus van der Tommen, 5 1/2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
18. Elyzabeth, weduwe van Gerardus Scunen, 4 1/2 nieuwe schellingen en 3 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
19. Francen, zoon van Tylkinus van der Abrugghen, 4 1/2 schellingen van 4 1/2 bunder
betaald: 1340 t/m 1351
20. Goetscalcus van Overbeke, van het erfgoed van de erfgenamen van Elisabeth van Overbeke, 3 nieuwe schellingen en 3 oort
betaald: 1340 t/m 1351
I. dezelfde (Goetscalcus van Overbeke), 8 nieuwe penningen en 1 obool
doorgestreept, bijgeschreven bij nr. 62
betaald: 1340 t/m 1351
21. Gerardus van Zelant, van 2 bunder bij Cattelaer, 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
d. dezelfde (Gerardus van Zelant), van 1 bunder bij Leemcule, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
22. Godescalcus van Hussel, 5 1/2 nieuwe schellingen
opmerking: het cijnsbedrag is weggeradeerd en vervangen door '5 1/2 nieuwe schellingen', het oorspronkelijke cijnsbedrag was vermoedelijk 10 nieuwe schellingen
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Albertus, zoon van de persoon (invetstiti) van Ghemonden), 2 1/2 schellingen van het goed van Gotscalcus van Hulsen
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Aalbertus, zoon van de persoon (investiti)), 2 schellingen voor Goetscalcus in Elde
betaald: 1340 t/m 1351
23. Gerardus, zoon van wijlen Henricus, van het goed van van Lamkinus Wevers (Textoris), 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1349, overleden
24. dezelfde van 5 bunder daar, 5 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1349, overleden
25. dezelfde, van 3 bunder, van de zoon van die Lemkinus, 3 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1349, overleden
26. dezelfde, van 6 1/2 bunder van Henricus Mutsart, min 20 roeden, 6 1/2 schellingen min 1/2 vlaamse penning
betaald: 1340 t/m 1349, overleden
27. Ludingus van den Dijck (de Aggere)
opmerking: de beschrijving van het cijnsgoed en cijnsbedrag is weggeradeerd, vermoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag 6 nieuwe schellingen en 5 nieuwe penningen
bijschrift: betaald door Goeswinus Steenwech, 3 schellingen en 2 1/2 penningen
bijschrift fol. 32: Goeswinus Steenwech van het goed van Ludingis van den Dijck (de Aggere) gelegen boven Asslaer, 3 nieuwe schellingen en 2 1/2 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
28. Ghibekinus Scenkel, 2 1/2 nieuwe schellingen
later: Godefridus, de zoon
betaald: 1340 t/m 1351
29. Ghertrudis van Waderle, 5 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1346, en in 1351
30. dezelfde, 3 nieuwe schellingen van Petrus van Waderle
betaald: 1340 t/m 1346, en in 1351
31. Godefridus, zoon van Marcilius van Os, van het goed van wijlen Bertoldus, 28 oude penningen
bijschrift: 'perijt'
bijschrift: vacat
opmerking: volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald
32. dezelfde, van hetzelfde goed, 22 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1347, overleden
33. dezelfde, van dat goed, 11 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1347, overleden
34. Gherardus, zoon van Heyle Maes van Bocstel, 4 nieuwe schellingen en 7 1/2 nieuwe penningen
bijschrift: gewonnen
later: Heylwigis Aben
betaald: 1340 t/m 1351
35. Ghosswinus Blome, van het goed van Ghibonis, genaamd Volre, 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
36. Ghiben van Doren (de Spina), 3 1/2 oude penningen
later: Theodoricus van Doren (de Spina)
betaald: 1340 t/m 1351
37. de weduwe van Willelmus Mutsart, 12 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1343 en 1344
38. dezelfde, 6 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1343 en 1344
39. dezelfde, 2 nieuwe schellingen en 8 nieuwe penningen van den Rumelaer
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1343 en 1344
40. Godefridus, genaamd Heyot, van het erfgoed van Johannes, zoon van Willelmus de Groot (Magni), van 4 bunder in Elde, 4 schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
41. Gerardus, zoon van heer Willelmus van Mulsen, van het erfgoed van Heilewigis Rufen, 4 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
42. Henricus Bever, verwante van wijlen Elyzabeth Reinerus van het Gasthuis (de Hospitali), 2 1/2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
43. Johannes Morre, zoon van wijlen Elyzabeth Reynerus van het Gasthuis (de Hospitali), 2 1/2 nieuwe schellingen
later: de weduwe
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 32v Ghestel
44. Henricus, zoon van Henricus Rufen, 10 1/2 oude penningen
later: Gerardus van Abruggen, en Gerardus van Mulsen, schoonzoon (gener) van Henricus
betaald: 1340 t/m 1351
45. Henricus van der Moerscoth, 5 nieuwe schellingen en 6 nieuwe penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1342
opmerking het oospronkelijke cijnsbedrag is weggeradeerd en vervangen door '5 nieuwe schellingen en 6 nieuwe penningen. Hierna is het cijnsbedrag veranderd in 3 schellingen. Dat is weer doorgestreept, en bijschrift: 'heer Colen'
De reconstructie is als volgt:
Het oorspronkelijke cijnsbedrag was 14 nieuwe schellingen en 6 nieuwe penningen.
Eerst werden 9 schellingen afgesplitst in drie delen (en bleven er 5 schellingen en 6 penningen over). (Deze drie bijschrijvingen zijn ook in hetzelfde handschrift):
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Andreas Valant), van het erfgoed van Stephanus Ynwanus, eertijds van Henricus van der Moerscot, 4 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 33: Roelof van de Moerscot, van het goed van Henricus van de Moerscot, 4 (nieuwe schellingen? moeilijk te lezen)
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 33v: dezelfde, (Stephanus, zoon van Ywanus de Vleeshouwer (Carnificis)), van het goed van Henricus van den Moerscot, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344 en 1345
Hierna werden 2 1/2 nieuwe schellingen afgesplitst, en bleven er drie nieuwe schellingen over:
bijschrift fol. 33v: dezelfde, (Stephanus, zoon van Ywanus de Vleeshouwer (Carnificis)), 2 1/2 nieuwe schellingen van het erfgoed van Henricus van den Moer(scot)
betaald: 1340 t/m 1351, behalv in 1344 en 1345
Tenslotte gingen de resterende 3 schellingen over naar heer Colen.
bijschrift fol. 31v: dezelfde, (heer Colen, pastoor (presbiter)), 3 nieuwe schellingen van het erfgoed van Henricus van Moerscot
betaald: 1340 t/m 1351
46. dezelfde, van der Lokart, 3 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1343
bijschrift: Henricus van Moescot (weer doorgestreept)
bijschrift: Theodoricus de Leeuw (Leo)
bijschrift fol. 33v: Theodoricus, genaamd de Leeuw (Leo), van het erfgoed van Henricus van Moerscot, 3 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1346
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Bata van Beke), 3 oude penningen van het erfgoed van Gerardus van M..
betaald: 1340 t/m 1351
47. Jutta, weduwe van Henricus Stempel van den Hovel, 13 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
48. dezelfde, 5 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
49. dezelfde Henricus Stempel, 2 oude schellingen en 2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
50. Henricus genaamd Rademaker (Rotifex) van den Bossche (de Buscho) van het goed bij Onlant, van wijlen de weduwe van Henricus Mutsardus, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
51. Henricus Suaertvagher, 1 oude obool
betaald: 1340 en 1341
52. Henricus van den Dijck (de Aggere), 5 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penning en 1 nieuwe obool
later: Henricus, de zoon
betaald: 1340 t/m 1349, behalve in 1344 en 1345, overleden
53. dezelfde, 9 nieuwe schellingen
later: Henricus, de zoon
betaald: 1340 t/m 1349, behalve in 1344 en 1345, overleden
54. dezelfde, van het goed van Coluekens, 9 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penningen
later: Henricus, de zoon
betaald: 1340 t/m 1349, behalve in 1344 en 1345, overleden
55. dezelfde, 8 schellingen
later: Henricus, de zoon
betaald: 1340 t/m 1349, behalve in 1344 en 1345, overleden
56. Henricus Berwout, 4 1/2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: het cijnsbedrag is veranderd, het oorspronkelijke cijnsbedrag zal 10 1/2 nieuwe schellingen geweest zijn.
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Bata van Beke), van 6 bunder bij Teynbels, eertijds van Henricus Berwouts (de hes.) 6 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
57. de erfgenamen van Joannes van Zonne, 21 nieuwe schellingen en 4 nieuwe penningen
bijschrift: Heilwigis
betaald: 1340 t/m 1351
58. Henricus van Eyke, van het goed van wijlen Johannes, 9 schellingen, Gerardus van der Aa
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: de weduwe
bijschrift fol. 33: de weduwe van Gerardus van der Aa, van het erfgoed van Henricus van der Eyke, 9 schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1342, 1343 en 1348
59. Hilla Lemkinus van Ghestel, 3 nieuwe schellingen
bijschrift: vacat
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge werd deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald
60. Hubertus van den Hovel, genaamd van Ghemonden, 3 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
61. Henricus Byster, 3 schellingen
later (in oorspronkelijk handschrift): zijn vrouw
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift fol. 31v: dezelfde (heer Colen, pastoor (presbiter), 3 nieuwe schellingen van het erfgoed van Henricus Bijsters
betaald: 1340 t/m 1351
62. Henricus, zoon van Gheerlindis, 4 nieuwe schellingen, van 4 bunder in Molaer
betaald: 1340 t/m 1351
e. Heyla, dochter van Blomarts, 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
II. Henricus, zoon van Laurentius, van het goed boven Verdonc, 13 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
63. de erfgenamen van Joannes van den Elshout, 4 1/2 nieuwe schellingen en 4 penningen van het goed van de Heusch (Curialis)
opmerking: Bij deze cijns zijn de cijnzen van Goetscalcus van Overbeke bijgevoegd, nr. d: 8 nieuwe penningen en 1 obool, en een deel van nr. 64: 20 penningen en 1 oort, samen: 2 schellingen + 4 penningen + 1 obool + 1 oort. Opgeteld met cijns nr: 63: 7 schellingen + 2 3/4 penningen
bijschrift: de erfgenamen: 7 schellingen en 3 penningen
betaald: 1340 t/m 1350, behalve in 1343 en 1344, overleden
64. Joannes van Hulsel, 3 1/2 nieuwe schellingen min 3 obolen
doorgestreept, laatste betaling in 1345
bijschrift: Arnoldus en Goescalcus
bijschrift fol. 32: dezelfde (Goetscalcus van Overbeke), 20 penningen en 1 oort
doorgestreept, bijgeschreven bij nr. 63
bijschrift fol. 31v: Art van der Gonde ende Didderic Laets soen, 20 penningen en 1 oort
betaald: 1340 t/m 1351
65. Joannes van Duren, 17 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
66. dezelfde, 3 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
67. dezelfde, 1 oude obool
doorgestreept, laatste betaling in 1351
bijschrift: de erfgenamen, Johannes en Willelemus
bijschrift fol. 32v: Joannes van Duren, 1 oude obool in Stempels Braken
betaald: 1340 t/m 1351
68. Joannes, zoon van wijlen Willelemus, zoon van Joannes de Groot (Magni), 7 1/2 oude penningen van de hofstad van wijlen zijn vader
betaald: 1340 t/m 1351
69. dezelfde, 2 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penningen van een hof bij Lake '2 schellingen' is doorgestreept
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Bata van Beke), 2 nieuwe schellingen van de kamp van Johannes de Groot (Magni)
betaald: 1340 t/m 1351
70. Yda van Tede Beghma, 3 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1340
bijschrift: Bata
bijschrift fol. 31v: dezelfde (Bata van Beke), 3 oude penningen van het goed van Ida van Tede
betaald: 1340 t/m 1351
71. Joannes van der Heiden (de Merica), 4 schellingen van 4 bunder
betaald: 1340 t/m 1351
72. dezelfde, van 3 1/2 bunder van Hermanus, zijn broer, 3 1/2 schellingen
doorgestreept, laatste betaling in 1342
bijschrift: Henricus van de Dijck (Aggere)
bijschrift fol. 32v: Henricus van den Dijck (de Aggere) en Andreas Valant, zijn broer, 3 1/2 nieuwe schellingen, van het erfgoed van Joannes van der Heijden
doorgestreept, laatste betaling in 1345
bijschrift: Andreas
bijschrift fol. 31v: Andreas (-s is doorgestreept) Valant, van een hoeve, genaamd Spordonc, 3 1/2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, overleden
73. Joannes, zoon van heer Goesswinus van Ghemonden, van het goed van de kinderen van Henricus Mutsards in Elde, tussen het erfgoed van Ghoesswinus Blomarts, en Gherardus van Bochoven, 3 nieuwe schellingen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: Albert
bijschrift fol. 31v: Aalbertus, zoon van de persoon (investiti), 3 schellingen van het goed van wijlen de kinderen van Henricus Muts(ards)
later: de weduwe en kinderen
betaald: 1340 t/m 1351
f. Joannes Dines, zoon van Arnoldus van Onstaden, 8 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 33 Ghestel
74. de kinderen van Clarissa van Heselaer, 12 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
75. dezelfden, van heide in Schynle, 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
76. Laurentius, zoon van Gheerlingis, 3 nieuwe schellingen, 2 nieuwe penningen en 1 nieuwe oort
betaald: 1340 t/m 1351
77. Leyta van der Wautbraken, 7 1/2 nieuwe schellingen en 1 vlaamse penning
betaald: 1340 t/m 1351
78. dezelfde, 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
79. de kinderen van Mathys Molners (Molendinarij) van Bocstel, 27 nieuwe penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1340
bijschrift: Gerardus
opmerking: het cijnsbedrag (behalve het 'nieuwe') is weggeradeerd en
vervangen door '27 penningen' vremoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag 4 1/2 nieuwe schellingen en is de helft er van afgesplitst. Later werden de twee helften weer samengevoegd.
bijschrift fol. 32v: Jacobus van den Hovel, van het erfgoed van Mathias de Molner (Molendinarius) van Boxtel, 27 nieuwe penningen(?)
doorgestreept, bijschrift: Gerardus
bijschrift fol. 32: dezelfde (Gherardus, zoon van Heyle Maes van Bocstel,
later: Heylwigis Aben), 4 1/2 nieuwe schellingen van heide in Onlant
betaald: 1340 t/m 1351
80. de kinderen van Johannes de Heusch (Curialis) van Bocstel, 9 1/2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
81. Lemkinus van Pettelaer, 2 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
82. de kinderen van Mutsardis, 3 nieuwe schellingen en 3 nieuwe penningen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: Arnoldus
bijschrift fol. 31v: Arnoldus Mutsart, 3 nieuwe schellingen en 3 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
83. Leyta van den Hoeck (de Angulo), 17 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
84. Leyta van Waubraken, 14 1/2 nieuwe penningen
bijschrift: Petrus, haar broer
betaald: 1340 t/m 1351
85. Mathyas, zoon van Arnoldus Molners (Molendinarij), van het goed van Lambertus van den Carden, 4 schellingen en 3 penningen
betaald: 1340 t/m 1351
86. dezelfde, 3 nieuwe schellingen en 8 nieuwe penningen voor Katherina Hoenstert
betaald: 1340 t/m 1351
87. de meester van het gasthuis van den Bosch (magister hospitalis de Buscho),
8 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
88. dezelfde, 5 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
89. dezelfde, 7 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
90. Metta van der Heijden (de Merica), 18 penningen van 1 1/2 bunder
doorgestreept, laatste betaling in 1351
bijschrift: Joannes van der Heijden (de Merica)
bijschrift fol. 32v: dezelfde (Joannes van der Heiden), 18 nieuwe penningen voor Metta van der Heijden (de Merica)
betaald: 1340 t/m 1351
91. Metta van der Stappen, 4 schellingen en 3 penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1341
bijschrift: is verdeeld
bijschrift fol. 32v: Joannes van der Stappen, 22 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 32v: Henricus van der Tommelen, 7 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 33: Roef van der Stappen, bekend als (cognatus) Metse, 22 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
92. Nennekinus, zoon van Hadewigis, 4 nieuwe schellingen
later: de kinderen, na de dood van hun vader
betaald: 1340 t/m 1351
93. dezelfde, 5 schellingen min 4 penningen van bunders in Elde
later: de kinderen, na de dood van hun vader
betaald: 1340 t/m 1351
94. Oda van der Heijden, 3 schellingen van 3 bunder
later: Theodoricus
betaald: 1340 t/m 1351
95. dezelfde, 1 oude penning
later: Theodoricus
betaald: 1340 t/m 1351
96. Oda van den Morscot, van de hofstad van Heselaer, 3 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1341
bijschrift: Joannes van H... (de rest van het bijschrift is moeilijk te lezen)
bijschrift fol. 32v: Joannes, genaamd Hesellaer, van het erfgoed van Oda van Moescot, 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
97. Petrus van den Loesden, 6 nieuwe penningen
doorgestreept, bijschrift: vacat
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge werd deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald
98. de heer (dominus) van Bocstel, 5 nieuwe schellingen min 1 obool,
bijschrift: van het zand (de arena) Paedsen
betaald: 1344 t/m 1351
opmerkingen: Het eerste deel van de naam van de cijnsbetaler, beginnend met een P- is weggeradeerd
Van deze cijns is een bedrag van 2 schellingen en 4 penningen afgesplitst, een bedrag van 2 schellingen en 8 penningen min 1 obol resteert
doorgestreept bijschrift: Henricus, 2 ...
bijschrift: fol. 33 heer (dominus) Henricus van Boxtel, ridder, van het zand (de arena) Paedsen, 2 schellingen en 4 penningen
betaald: 1344 t/m 1347
99. de weduwe van Gerardus van Deventer, 9 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1343 en in 1345, overleden
100. relicta Bollardi, h-t. Egidius Hovelmans. Item de vetis bonis Joannes de Beke, III d.
letterlijk vertaald: de weduwe van Bollardus heeft het, Egidius Hovelmans. Idem het oude goed van Joannes van der Beke, 3 penningen
Hier is de tekst uit een cijnsboek letterlijk overgeschreven, maar niet in de juiste volgorde geplaatst. Mogelijk moest er staan: Egidius Hovelmans, 3 oude penningen van het goed van Joannes van der Beke.
'de weduwe van Bollardus' is vermoedelijk een latere cijnsbetaler (van vóór 1340)
doorgestreept, laatste betaling in 1347
bijschrift fol. 32: dezelfde (Egidius, zoon, genaamd Hovelmans), 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
101. Rutgherus de Clerck (Clericus) van de heere van Bocstel, 2 1/2 nieuwe schellingen van het goed van wijlen Renerus van Scadewyc
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344, en 1348
fol. 33v
102. Stephanus, zoon van Ywanus de Vleeshouwer (Carnificis), 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344 en 1345
103. Theodoricus van der Heijden (de Merica), 4 schellingen van 4 bunder
betaald: 1340 t/m 1351
104. Theodoricus, genaamd Grone van den Bossche (de Buscho), 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
105. dezelfde, 10 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
106. dezelfde, 12 nieuwe penningen van Langhelaer
betaald: 1340 t/m 1351
107. dezelfde, 5 schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
III. Theodoricus, zoon van Hadewicgis, van 2 bunder aen die Loedse hoeve, 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
108. Willelmus van der Aa, 16 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
109. de geburen (vicini) van Scynle, van de gemeint (communitate) in Elde, 4 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
110. de geburen (vicini) van Middelrode, van hun gemeint (communitate)
opmerking: geen cijnsbedrag gegeven, betaaltekentjes voor 1340 en 1343
111. Wolterus, zoon van Franconis, 1 oude penning
bijschrift: vacant
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge werd deze cijns in de periode 1340-1351 niet betaald
bijschrift: Arnoldus van den Einde (de Fine)
bijschrift: schuld kwijtgescholden (debet sepe)
112. Wedeghe van den Hovele, 7 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
113. Wolterus Gheerlindis, 4 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1350, overleden
114. dezelfde Wolterus, 2 nieuwe schellingen in Elde
betaald: 1340 t/m 1350, overleden
115. Willelmus van den Brokelen, 6 nieuwe schelllingen en 3 nieuwe obolen
betaald: 1340 t/m 1351
116. de geburen (vicini) van Ghestel, van hun gemeint (communitate) in Elde, 5 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1342, 1343, 1349 en 1350
117. Woltherus van der Heijden (de Merica), 4 schellingen van 4 nieuwe bunders
doorgestreept, laatste betaling in 1341
bijschrift: Wolterus, zoon van Nenne
bijschrift fol. 33v: Wolterus, zoon van Nenne van der Abruggen, van het goed van Wolterus van der Heijden (de Merica), 4 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
118. Willelmus van der Beke, voor Joannes, zijn vader, 7 schellingen en 3 1/2 penningen
betaald: 1340 t/m 1351
119. W. Mutsaert in g.
opmerking: het opschrijven is hier afgebroken en er zijn ook geen aantekeningen van betalingen in de marge. Deze tekst is hier per abuis geplaatst.
120. Woltherus, zoon van Godefridus van Vaelbeke, van het erfgoed van Johannis, zoon van de Groot (Magni) van 4 bunder, gelegen in Elde, 4 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
121. Wolterus, zoon van Arnoldus de Rademaker (Rotificis) van Ghestel, 12 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
122. Willelmus, zoon van Elye, van het erfgoed in Moerscot, eertijds van Gerardus Bosghmannus, 3 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
g. Willelmus van Waubraken, van Verboerder(?) hostat en andere goederen, 1 nieuwe schelling
betaald: 1340 t/m 1351
h. Bijschrift fol. 30v (Middelrode): Katharina, weduwe van Cerijs en kinderen, 5 oude penningen die eertijds in Ghestel betaald werden.
later: gewonnen door Elizabeth, de dochter
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Omdat deze cijns eertijds in Ghestel betaald werd, is hij hier onder Ghesel opgenomen. Onduidelijk is echter aan welke cijns deze cijns gerelateerd kan worden.