's Hertogs tienduizend bunders
HET CIJNSBOEK VAN DE
HERTOG VOOR DE MEIJERIJ
VAN 'S-HERTOGENBOSCH
VAN 1340
Analyse en Bewerking
Martien van Asseldonk
Sri Lanka,
maart 1998
Versie 12 februari 1999
© Copyright : M.
van Asseldonk
Son
(Gemeente 1996 = Son en Breugel)
Cijnzen van de heer hertog in Zonne, op de dag na Remigius
fol. 8
1. Ten eerste Arnoldus zoon van Rodolphus, genaamd Hacken, 12 nieuwe penningen en 1 nieuwe oort
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
2. Bela, dochter van heer Danielis van Hodonc, van de heide gelegen op Oerle, genaamd Elscot, 7 nieuwe schellingen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrit fol. 8: hetzelfde klooster (van Hodonc), 7 nieuwe schellingen van de heide
genaamd Elscot, gelegen op Oerle, recht (iude?) en hoevenaar (mansionarius)
Henricus van den Hout (de Ligno)
betaald: 1340 t/m 1345, en 1351
3. Bata, dochter van Houtmans, 3 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1351
4. dezelfde, 12 penningen
doorgestreept
bijschrift fol. 10: dezelfde (Roverus, zoon van Colen van Dynther), 12 nieuwe penningen van Bata, dochter van Houtmans
betaald: 1340 t/m 1351
5. Cristina Goukens, 1/2 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
6. het klooster (conventus) van Hodonc van de heide tussen Oerle en Lieshout,
6 groten, te betalen op St. Martinus (in festo Martini)
betaald: 1340 t/m 1345, en 1351
opmerking: zie ook nr. 2
7. het Leprozenhuis (domus leprosorum) in den Bosch, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
8. dezelfde, 1 penning van nieuwe ontvangsten
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 8v Zonne
a Henricus, zoon van Hoeghaerdus, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
9. dezelfde, van 5 bunder van Willelmus Rufen, 5 penningen payment
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Normaal werden percelen uitgegeven voor een groot per bunder, en er gingen 16 penningen payment in een groot. Hier is een perceel uitgegeven tegen een veel lagere cijns.
10. Emondus, genaamd Haerman, 1/2 hoen en 1 hoen, voor Hilla Neckers
betaald: 1340 t/m 1351
11. Egidius, genaamd van der Bruggen (de Ponte), 3 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1351
12. Egidus Schoenmaker (Sutor) van Broghel van de plaats (intex/jutey?), 1 penning payment
betaald: 1340 t/m 1351
b Egidius, zoon van Egidius van der Bruggen (de Ponte), 7 nieuwe penningen in Scansbroec
betaald: 1340 t/m 1351
13. Godefridus de Backer (Pistor) van Zonne, 4 hoenderen
later: Grieta, weduwe van Godefridus
betaald: 1340 t/m 1351
14. Godefridus van den Kerkhof (de Atrio), 6 schellingen
bijschrift (in oorspronkelijk handschrift): teruggegeven aan de heer
bijschrift: vacat
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in 1340- 1351 niet betaald.
15 Gerardus Braecman, 6 penningen en 1/4 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
16. Gheronphus, zoon van Henricus van Langhel, 3 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1350, overleden
17. Gerardus Houtman, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
c. Grieta, vrouw van Godefridus van den Kerkhof (de Atrio), 1 nieuwe penning
betaald: 1340 t/m 1351
18. Heilegondis van den Culen, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
19. dezelfde, 1 nieuwe penning van de straat (de plathea)
betaald: 1340 t/m 1351
20. Henricus van Onstaden, 1/2 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
21. Henricus, zoon van Ode, 5 1/2 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
22. Henricus, genaamd Cnoetlaert, 12 nieuwe penningen
later: de weduwe en kinderen
betaald: 1340 t/m 1351
23. Henricus, zoon van Henricus van Kellaer, 12 nieuwe penningen en 1 nieuwe ort, voor Henricus, zoon van Bate
betaald: 1340 t/m 1351
24. Henricus de Wever (Textor) van Broghel, 1 obool
later: zijn vrouw
betaald: 1340 t/m 1351
25. Henricus van Middelrode, 5 1/2 penningen
bijschrift: een schuld (debet un.)
bijschrift: vacat
opmerking: Een deel van het cijnsbedrag is weggevallen. Volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in 1340-1351 niet betaald.
26. Henricus, zoon van Houtmans, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 9 Zonne
27. Heyla, weduwe van Boelarts en haar kinderen, 2 schellingen
doorgestreept, laatste betaling in 1346
bijschrift: Lambertus Odenzoen
bijschrift fol. 9v: Lambertus, zoon van Ode, van het erfgoed van Heyle Bolarts, 2 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
28. Henricus, zoon van Wauterus van Oerle, van het erfgoed van Rutgherus de Molner
(Molendinarius), 3 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
29. Henricus, genaamd Hoesden, van de heide van zijn vader, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
30. Henricus, zoon van wijlen heer (domini) Henricus, persoon (investiti) van Zonne van een bunder in Scantbroec, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
d. Hilla van den Arennest, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
31. Johannes, zoon van Everardus Beskens van Meyensvoert, 2 nieuwe penningen
doorgestreept, bijschrift: Arnoldus Beskens
betaald: 1340 t/m 1351
32. Johannes, van het goed van Quatden, van de woestenij bij Oerle (de wastinus apud Oerle), 12 penningen
doorgestreept, bijschrift: Gerardus de zoon
betaald: 1340 t/m 1350, behalve in 1344, overleden
33. Johannes, genaamd Nene, 1 hoen min 1/8 hoen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
34. dezelfde, 5/8 deel van een hoen
5 is doorgestreept (blijft 1/8 hoen)
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
opmerking: de volgende drie bijschrijvingen zijn met dezelfde hand gedaan. Ook de tekst 'in die Verilt?' wijst er op dat deze drie bijschrijvingen bij elkaar horen. Op grond van deze overwegingen wordt verondersteld dat het oorspronkelijke cijnsbedrag 5/8 hoenderen was. De doorgestreepte tekst, vermoedelijk een deel van het oorspronkelijke cijnsbedrag is moeilijk te lezen.
bijschrift fol. 8v: dezelfde (Gerardus Braecman), 1/4 hoen in die Verilt?
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 9 : dezelfde (Ywanus, zoon van Houtman), 1/8 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
bijschrift fol. 9 : dezelfde (Joannes, genaamd Houtmans zone), 1/8 hoen in die Verilt?
betaald: 1340 t/m 1351
35. Joannes Mersman, 1/2 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
36. Joannes van den Nuwendike, 12 nieuwe penningen
later: de weduwe en kinderen
betaald: 1340 t/m 1351
37. Joerdanus, zoon van Quadens, 18 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
38. Joannes Dorneman, 2 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1351
39. Joannes, zoon van Bele, 2 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1351
40. Ywanus, zoon van Houtman, 3 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
41. dezelfde, 1 obool
betaald: 1340 t/m 1351
42. dezelfde, 1 obool
betaald: 1340 t/m 1351
43. dezelfde, 1 hoen van het broek genaamd Scantbroec
betaald: 1340 t/m 1351
44. Joannes, zoon van Katerine van Kellaer, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
45. Joannes, genaamd Houtmans zone, 2 hoenderen en 1/4 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
46. Joannes Dyx van een bunder, 12 nieuwe penningen
bijschrift (in oorspronkelijk handschrift): teruggegeven aan de heer
bijschrift: vacat
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in 1340- 1351 nooit betaald.
47. Joannes van de Capellen, 6 penningen
doorgestreept, bijschrift: Ywanus Houtman betaalt
betaald: 1340 t/m 1351
48. Joannes Braecman, 12 penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1346
bijschrift fol. 10: Roverus, zoon van Colen van Dynther, van het erfgoed van Joannes, genaamd Braecman, 12 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
49. dezelfde, 1 hoen voor voornoemde Thomas, naar gewoonte te betalen
later: de kinderen van Johannes Braackman
betaald: 1340 t/m 1351
50. Joannes Straetman, 6 penningen
later: zijn vrouw
betaald: 1340 t/m 1351
51. Joannes, zoon van Ludolphus, 2 nieuwe penningen
later: Joannes, zijn zoon
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 9v Zonne
52. Joannes Ronghen sone, 1/2 hoen
doorgestreept, laatste betaling in 1351
bijschrift fol. 8v: Godefridus van Oerle, van het erfgoed van Joannes (zoon van) wijlen Ronghen, 1/2 hoen
betaald: 1340 t/m 1348, overleden
53. Joannes, zoon van Ennekinus van der Putten (de Puteo), 1 nieuwe obool
betaald: 1340 t/m 1351
54. Joannes, genaamd Hasart van de plaats genaamd Messenstat, 1 nieuwe penning
betaald: 1340 t/m 1351
55. Joannes, zoon van Matheus van Herpenbeke, 2 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
I Joannes van Enghelen, van een straat met zijn huis? (de st-ta cum domo sua),
1 nieuwe penning
betaald: 1340 t/m 1351
56. de kinderen van Theodoricus van Esspe, 3 1/2 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
57. dezelfde, 12 nieuwe penningen van Colekinus van Zonne
betaald: 1340 t/m 1351
58. Joannes Nenen, 4 hoenderen
bijschrift: Thomas, zijn zoon
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: voor Joannes staat een doorgehaalde tekst van 2 of 3 letters, beginnend met een L. Waarschijnlijk stond er lib.,de kinderen (van)
59. Lemkinus van Oerle, 3 nieuwe schellingen, eertijds teruggeven (resignanit olim)
bijschrift: vacat
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Volgens de aantekeningen in de marge is deze cijns in 1340- 1351 niet betaald.
60. Lambertus Theodoricus, 1 nieuwe penning
later: zijn vrouw
betaald: 1340 t/m 1351
61. Lambertus Ghasteldonc, 12 nieuwe penningen, voor Coelkinus van Zonne
betaald: 1340 t/m 1351
62. dezelfde Lambertus, van Bocsryt, 3 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: hier is de naam van de cijnbetaler, beginnend met een L- weggeradeerd, en vervangen door idem Lambertus
63. Metta van der Oest, 3 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1350
64. het klooster (mon-iales) van Hodonc, 2 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1344, en 1351
65. dezelfde, 4 hoenderen van het goed van Godekinus Mychaelis en van Awijc
betaald: 1340 t/m 1344, en 1351
66. dezelfde, van de straat (de plathea), 6 penningen
betaald: 1340 t/m 1344, en 1351
67. hetzelfde klooster (mon-ialis), 5 schellingen payment, voor het recht om vee van buiten dat zich in haar allodiale en cijnsgoederen bevindt vast te zetten, in het Duits genaamd "Scuten". (p. eo. p. poss-ut arrastare pecora ext-nea in bonis suis allodialib. et censualib. p. theutonice dicitur Scuten)
betaald: 1340 t/m 1344, en 1351
68. Marcelius, zoon van Egidius (bijschrift: van Ekart), van Meyensfort, 1/2 hoen, van der Hoest-ten?
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 10 Zonne
69. Petrus, zoon van Hessels, 3 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1351
70. Coelkinus van Zonne, genaamd Dommecaet, 4 nieuwe schellingen, van zekere visserij (piscatura)
doorgestreept, laatste betaling in 1346
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: het oorspronkelijke cijnsbedrag is doorgestreept en vervangen door 4 nieuwe schellingen. Vermoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag eerst 6 nieuwe schellingen en is er een bedrag van 2 nieuwe schellingen afgesplitst.
bijschrift fol. 9: Henricus van Swensberghe, 2 schellingen van de visserij (de piscatura)
later: Waltgherus van Swensberghe
bijschrift fol. 9v: Joannes, genaamd Dommecaet van zekere visserij, 4 nieuwe schellingen
71. Thomas, zoon van Sterken, 9 penningen
betaald: 1340 t/m 1351
72. heer (dominus) Theodoricus van Dinter, van de hofstad ter Heiden, 1 hoen
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Heer (dominus) is er later voorgeschreven
73. Willelmus, zoon van Gherberghen van den Culen, 1 hoen
later: de kinderen
betaald: 1340 t/m 1351
74. de geburen van Broghel, 3 nieuwe penningen
betaald: 1340 t/m 1351
75. dezelfden, 3 penningen voor wijlen Johannes
betaald: 1340 t/m 1351
76. de geburen van Zonne voor hun gemeint (vicini de Zonne de co-itate sua), 15 nieuwe schellingen van de heide, te betalen op Sint Martinus (in festo Martini)
betaald: 1340 t/m 1351
77. Willelmus van Langhel, 2 hoenderen
betaald: 1340 t/m 1344, en 1346 t/m 1349, overleden