's Hertogs tienduizend bunders
HET CIJNSBOEK VAN DE
HERTOG VOOR DE MEIJERIJ
VAN 'S-HERTOGENBOSCH
VAN 1340
Analyse en Bewerking
Martien van Asseldonk
Sri Lanka,
maart 1998
Versie 12 februari 1999
© Copyright : M.
van Asseldonk
Oss
(Gemeente 1996 = Oss)
fol. 73 Osse
Cijnzen van de heer hertog, ontvangen in Osse, op de dag na H. Wilbrordus (in crastino beati Wilbrordus)
1. Ten eerste Arnoldus, genaamd Roefe (bijschrift: van Duren), 3 1/2 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1348
bijschrift: verdeeld
bijschrift fol. 74: dezelfde (Wolterus van Meerwyc), van het erfgoed van Arnoldus genaamd Roefen, 3 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1350
2. Arnoldus, genaamd Stennaer, 6 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1340
bijschrift: Joannes Ida
bijschrift fol. 73v: Joannes, zoon van Ida, van het erfgoed van Arnoldus Stennaer, 6 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
3. Berta van Neynsel, 4 1/2 oude schellingen
later: Staeskinus van Vinkel, de jonge
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348
4. Corstans van Berghen, 6 oude penningen
later: Katarina, zijn dochter
betaald: 1340 t/m 1351
5. heer (dominus) Gherlacus, van zijn visserij (piscatura) in Osse, 30 oude
schellingen
betaald: 1340 t/m 1343
6. heer (dominus) Lambertus Sac, van het goed van Henricus van Audepape, 12 oude penningen
later: Henricus Pauwe betaalt als nuntius
betaald: 1340 t/m 1351
7. Engelradis, weduwe van wijlen Govelinus, zoon van de Smid (Faber), 1 oude penning
bijschrift (in oorspronkelijk handschrift): Joannes van Graven (de Gravia), haar schoonzoon (gener)
betaald: 1340 t/m 1351
8. Elyzabet van Loet, 3 1/2 oude penningen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: Arnoldus
bijschrift fol. 73: Art van Loet, 3 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
9. Elyzabet, dochter van Audepapen, 1 oude penning
betaald: 1340 t/m 1351
10. Grieta, dochter van Petrus van Duren, 6 oude penningen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: Gerardus
bijschrift fol. 73: Gerardus van Dorne, 6 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
11. heer (dominus) Rogerus van Levedale, van de hoeve van wijlen Johannes van Wansem, 12 schellingen payment
doorgestreept, laatste betaling in 1347
bijschrift fol. 73v: Ghenen, zoon van Aleydis van der Weyden, van het goed van wijlen Johannes van Wansem, hierna van heer (dominus) Rodgerius van Levedale, 12 schellingen payment
betaald: 1340 t/m 1351
12. Gloria, weduwe van Nycholaus. genaamd Culens, 18 oude penningen
later: Sonellart, zoon van Henricus Brunen
betaald: 1340 t/m 1351
13. Joannes, genaamd Lisscep, 4 1/2 oude schellingen, Joannes Luscips
betaald: 1340 t/m 1344
14. Godefridus, zoon van Marcilius van Osse van Gansculen, 1 oude penning
betaald: 1340 t/m 1351
15. dezelfde, van de oliemolen (molendino olei), 15 schellingen payment
betaald: 1340 t/m 1351
I. dezelfde (Godefridus, zoon van Marcilius van Osse), 5 schellingen van den bedvange
betaald: 1340 t/m 1351
16. dezelfde, van het lakenhuis (domo pannoris), 10 schellingen payment
betaald: 1340 t/m 1351
fol. 73v Osse
17. Henricus, genaamd Voghel, 6 oude penningen
later: Bela, de weduwe
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Het bedrag is doorgestreept, bijschrift: 4 penningen.
Dit betekent dat er een bedrag van 2 oude penningen van afgesplitst is.
bijschrift fol. 73v: dezelfde (Joannes, zoon van Johannes van der Hoeven (de Manso)), 2 oude penningen, van het erfgoed van Vogelken
betaald: 1340 t/m 1351
18. Henricus, genaamd Strollen sone, 2 oude schellingen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: Joannes Bouwelkens
bijschrift fol. 73v: Joannes Bouwelkens, en Diddericus, zoon van Henricus Bouwelkens, 2 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: 'Joannes Bouwelkens' is doorgestreept,
bijschrift: Coel, zoon van Joannes Bouwelkens
19. Joannes, zoon van Gerardus, zoon van wijlen Bolekinus, 3 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348
20. Joannes der Kinderen (Puerorum) van Duren, 15 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
21. Joannes, zoon van Lyse van Meghen, 12 oude penningen
later: de weduwe
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: Het bedrag is doorgestreept, bijschrift: 6 penningen.
Dit betekent dat er een bedrag van 6 oude penningen van afgesplitst is.
bijschrift fol. 73v: dezelfde (Joannes, zoon van Johannes van der Hoeven (de Manso)), 6 oude penningen, van het erfgoed van Joannes, zoon van Lize van Meghen
betaald: 1340 t/m 1351
22. Joannes van der Heijden (de Mirica), 12 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
23. Joannes van Beke, 15 oude schellingen
later: Margarieta, de weduwe
betaald: 1340 t/m 1351
24. Joannes, zoon van Johannes van der Hoeven (de Manso), van het erfgoed van Ermegardis Bollekinus, 12 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1351
bijschrift fol. 74: Wolterus van Meerwyc, van 1 bunder in Duren, 12 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1350
25. Joannes, zoon van Albertus van Osse, van het erfgoed van Henricus Oda, 12 oude penningen
later: Bessela, de weduwe
betaald: 1340 t/m 1351
26. Joannes van der Horst, van het erfgoed van Katharina Oden, 6 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
27. Lambertus, zoon van Gerardus van Ber(c)hem, 10 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
b. Joannes Snac van Eesgaren, 3 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
28. Nycholaus, zoon van Franconis, 4 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
29. Rutgherus de Koster (Custos) in Osse, van het erfgoed van Hermannus, 6 oude penningen
betaald: 1342 t/m 1347
30. dezelfde, van het erfgoed van Aleidis, zijn moeder, van het goed van Lambertus van Duren, 12 oude penningen
betaald: 1342 t/m 1347
fol. 74 Osse
31. Sebertus zoon, genaamd Walen, 12 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
32. dezelfde, van het erfgoed van Johannes, genaamd Walen, 7 1/2 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
33. de Heilige Geest van den Bosch (Sanctus Spiritus de Buscho), 6 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1348, behalve in 1344
34. de Heilige Geest (Sanctus Spiritus) van Osse, 12 oude penningen, betaald door Marcellius van Oerle van Dueren
betaald: 1340 t/m 1351
35. Petrus, zoon van Gerardus van Berchem, 3 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351
36. Theodoricus Romerus van Gornic van twee einden? (marginalis?), genaamd Teyen campe, 15 nieuwe schellingen
betaald: 1340 t/m 1343
37. de geburen (vicini) van Haren, van hun weide (pascua), 36 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
38. Woltherus, zoon van Grieta, 18 oude penningen
doorgestreept, laatste betaling in 1340
bijschrift: Daniel en Grieta
bijschrift fol. 73: Daniel, zoon van Wolterus, 12 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
bijschrift fol. 73v: Ida, dochter van Wolterus, 6 oude penningen
betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344
39. Willelmus, genaamd Vunsel, van het goed van wijlen Joannes, genaamd Zalen, 3 oude schellingen
doorgestreept, geen betalingen
bijschrift: Gerardus
bijschrit fol. 73: Gerardus van Hees, van het erfgoed van Willelkinus Wunsel, genaamd Salenhoven, 3 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
40. Wynricus Verhoeven (de Manso), eertijds van Joannes van Wanshem, 12 schellingen payment
betaald: 1340 t/m 1344, 1347, en 1349 t/m 1351
41. de geburen (vicini) van Osse, van hun gemeint (de eorum communitate), 12 nieuwe ponden
betaald: 1340 t/m 1351
opmerking: 'nieuwe' is vervangen door 'oude'. Tielman rekent in 1339 af in nieuwe ponden.
42. Wendelmodis, weduwe van Godefridus de Graaf (Duucis), 2 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1351
43. Wynricus, van het goed van wijlen Joannes, genaamd Velt, 8 oude schellingen
betaald: 1340 t/m 1346, behalve in 1345
bijschrift: defficuit in summa 16 schellingen p. penningen 14 pond, min 2 schellingen
doorgestreept bijschrift: Conressi Arnoldus Campseis Floris p-ui van het getelde geld (de pecunia comp(ut)a).