Versie 12 februari 1999
© Copyright : M. van Asseldonk

fol. 1 In Orscot

Cijnzen van de heer hertog in Oerscot ontvangen in het jaar des heren 1340, op de vooravond van de geboorte van de heilige maagd Maria.

1 Ten eerste Arnoldus en Benedictus van het goed van den Speerscotht, 4 nieuwe penningen.

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

2 Arnt Snider, 3 oude penningen van der Strepen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

a Arnt van Audenhoven.

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

opmerking: deze naam is een oorspronkelijke inschrijving, maar zonder vermelding van cijnsbedrag en cijnsgoed, het cijnsbedrag lijkt weggeradeerd. Met latere hand is "VI d. de vet" (6 oude penningen) bijgeschreven, dit is cijnsgoed van fol. 2 dat overgenomen werd door Arnt van Audenhoven (zie cijns 46).

Hierachter staat: '3 oude penningen van den Cloetken'

3 heer Petrus van Dyla van het goed van Godefridus van Mellicrode, 10 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

4 Everardus van der Moest, 2 oude penningen (bijschrift: 1 oort)

Later: - de weduwe en kinderen

- Theodoricus van Arle

doorgestreept, laatste betaling in 1345

bijschrift fol. 2v: dezelfde (Theodoricus van Arle), van der Moest, 2 oude penningen en 1 oude oort

betaald: 1340 t/m 1346

5 Egidius van den Scneppenscoet, 3 oude penningen

later: de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

6 Ghenen van Hedel, verwante van Gerardus van der Straten, 16 1/2 oude penningen

later: de weduwe en kinderen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

7 Ghiben van den Weghe (de Via), van het erfgoed van Jucta van den Weghe (de Via), 16 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

opmerking: cijns nr. 8 en 11 vormden eerder waarschijnlijk één cijns.

fol. 1v in Oerscot

8 de erfgenamen van Denekinus Costers (Custodis) van Berlikem, 1 oude penning.

betaald: 1340 t/m 1351

9 dezelfden, 2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

10 Henricus genaamd Porter van het erfgoed van Jucta van den Weghe (de Via), 16 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

opmerking: cijns nr. 8 en 11 vormden eerder waarschijnlijk één cijns.

11 dezelfde, 2 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

12 Henricus van Lidevelt van der Aderscoth, 4 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1340

bijschrift: Joannes Writer

bijschrift fol. 2: Joannes Writer, zoon van Petrus, 4 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1345 en 1348

13 Henricus, zoon van Nenne, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

14 Henricus van der Braken, 3 oude obolen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

15 Henricus, zoon van Johannes van den Scoet, 12 nieuwe penningen

later (in oorspronkelijk handschrift): Joannes de zoon

bijschrift: bij versterf (de orco vituorum)

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

16 Henrius Kemps van den Acker (de Agro) genaamd Ghunterslaer, daarna Joannes Kemps, 3 oude penning

opmerking: De tekst is enigzins verhaspeld overgeschreven uit een ouder register als: Henrius Kemps van den Acker (de Agro) genaamd Ghunterslaer, oude penningen, daarna Joannes Kemps, 3 penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1341

bijschrift: Joannes Kemps

bijschrift fol. 2: dezelfde (Joannes, zoon van Kemps), 3 oude penningen uit het erfgoed van Henricus Kemps

betaald: 1340 t/m 1351

17 Henricus Kemp, 7 oude penningen

bijschrift: zoon van Henricus Kemp

betaald: 1340 t/m 1351

18 Helewigis van Hedel, 10 oude penningen

bijschrift (in oorspronkelijk handschrift): Goben van Hedel

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

19 Henricus Ponder, 2 oude penningen, voor Godefridus de Meester

(Scolinot.), en voor Henricus Nene

later: de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

20 Heylewigis van den Hout (de Ligno) 3 nieuwe penningen van een dijk (aggere)

doorgestreept

bijschrift: vacat

betaald: uit de aantekeningen in de marge blijkt dat deze cijns in de periode 1340 -1351 niet betaald werd.

21 Henricus Nene, 1 oude penning, eertijds van Elizabet Niste

doorgestreept, laatste betaling in 1345, niet betaald in 1344

bijschrift: Ghiben

bijschrift fol 1: Ghiselbertus, zoon van Jordanus, 1 oude penning, van het

erfgoed van Elizabeth Nisten

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

22 Heylwigis van der Braken, 9 oude penningen uit het goed van Dorenput

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348, 1350 en 1351

opmerking: de veldnaam Dorenput wordt ook genoemd in cijns 38 tot en met 41, 43 en 45

b Henicus, zoon van Godefridus van Videnhoven, 2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344 en 1348

23 Johannes van Eillaer van het goed van Eillaer, 30 oude penningen

later: Enghelberna, zus, weduwe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

24 Joannes van den Weghe (de Via), 6 oude penningen

bijschrift: Elizabeth de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

25 (dezelfde), en 4 hoenderen,

bijschrift: Elizabeth de weduwe

doorgestreept

bijschrift fol. 2v: Wilhelmus de Meester (Scolasticus), 4 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1346

26 (dezelfde), 1 nieuwe penning

bijschrift: Elizabeth de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

27 Joannes de Molner (Molendinarius) 9 oude penningen en 1 oude obool

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

28 dezelfde van de visserij bij Spoerdonc (piscaturua apud Spoerdonc), 12 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

fol. 2 in Oerscot

29 Joerdanus Brant, 3 oude penningen

later: Henricus, zoon van Joerdanus

betaald: 1340 t/m 1347

30 dezelfde, 3 oude penningen van het goed van wijlen zijn broer Everardus

betaald: 1340 t/m 1347

31 Joannes Brems (of Brenis) zoon van Liseken, 3 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

32 Joannes van Blaerthem, 1 oude penning

betaald: 1340 t/m 1351

33 dezelfde, van 4 hoenderen, eertijds van Joannes van Hersel

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: hier is de tekst uit een vorig register fout overgeschreven. Het 'oude' staat bij de hoenderen, maar hoort bij de penning van cijns 34.

34 Joannes van Ellaer, zoon van Ghibonis, 2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

35 Joannes, zoon van Heyle van den Hovel van Spoerdonc, 1 oude penning

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

36 Joannes, zoon van Kemps, 8 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

37 dezelfde, van het goed van den Dorenput

betaald: geen bedrag genoemd, en ook geen betalingsmerkteken in kantlijn

opmerking: vermoedelijk vormden cijns 39, 41, 43 en 45 oorspronkelijk één cijns. Zie ook cijns 23

38 Joannes Ghibensoen van den Dorenput, 8 oude penningen

opmerking: '8 oude penningen' is een later bijschrift

betaald: 1340 t/m 1351

39 dezelfde, van het goed van den Dorenput

betaald: geen bedrag genoemd, en ook geen betalingsmerkteken in kantlijn

40 Joannes, zoon van Nycholaus, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

41 dezelfde, van het goed van den Dorenput

betaald: geen bedrag genoemd, en ook geen betalingsmerkteken in kantlijn

42 Katarina van der Hoven, 22 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

43 dezelfde, van het goed van den Dorenput

betaald: geen bedrag genoemd, en ook geen betalingsmerkteken in kantlijn

44 De kinderen van wijlen Waltherus Waghewinkels, 6 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Arnoldus van Audehoven

bijschrift fol. 1: bij Arnt van Audenhoven, 6 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

45 Margareta Molners (Molendinarius) 3 nieuwe penningen

later: - Roef, haar schoonzoon (gener)

- Rodolfus, de zoon

betaald: 1340 t/m 1351

46 Sophia van Liodevelt, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

fol. 2v in Oerscot

47 jonkvrouwe (puella) Heyla van den Sneppenscoet, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

48 de weduwe van Rutgherus van Ertbrugghen, 2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

49 Theodoricus van Arle, 2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1346

50 Thilen van Spoerdonc, 2 oude penningen

opmerking: Het bedrag van 2 oude penningen vervangt een weggeradeerd bedrag.

betaald: 1340 t/m 1346

51 Theodoricus van Arle en Joannes van Flierden, 3 1/2 oude penningen en 1 oude oort

betaald: 1340 t/m 1346

52 Willelmus Happen, van het goed van Catlaer, 10 oude schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

opmerking: waarschijnlijk door een overschrijffout staat de cijnsbetaler in het cijnsboek achter de cijns geschreven.

53 Willelmus van der Notelen en Joannes Kemp, 4 oude penningen

later: de kinderen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

54 Willelmus van der Moest, 3 oude schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

55 Willelmus, zoon van Johannes Vaes, van het erfgoed van zijn vader, 30 oude penningen

later: gewonnen door de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

Totaal: 35 oude schellingen + 2 oude penningen

3 nieuwe schellingen + 1 nieuwe penning