Versie 12 februari 1999
© Copyright : M. van Asseldonk

fol. 75

Cijnzen van de heer hertog in Nysterle, ontvangen op de volgende dag (die p-xio sequentis)

1. Ten eerste, Andreas Berghers, 18 oude penningen min 1 oort

later: Jutta, de vrouw

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Henricus van Merlaer

bijschrift fol. 75v: Henricus van Merlaer, zoon van Henricus van Merlaer, van het erfgoed van Andreas Bergers, 18 oude penningen min 1 oort

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

2. dezelfde, 1 obool

later: Jutta, de vrouw

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Henricus van Merlaer

bijschrift fol. 75v: dezelfde (Henricus van Merlaer, zoon van Henricus van Merlaer), 1 obool

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

3. Arnoldus van Slabroek, 6 oude penningen

later: Angera van Sclabroec

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

4. Aelbertus Bate, 4 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Joannes, de zoon

bijschrift: zie bij de volgende cijns

5. dezelfde, uit het deel van Henricus Schoenmakers (Sutoris), 2 penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Joannes, de zoon

opmerking: Het volgende bijschrift heeft betrekking op deze en de vorige cijns

bijschrift fol. 76: Joannes, zoon van Bate, van het erfgoed van zijn vader, 6 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

6. Arnoldus van Dinter, genaamd Meerle, 10 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Godefridus

bijschrift fol. 75: Godefridus van Budel, 10 oude penningen

later: Katerina, zijn vrouw

betaald: 1340 t/m 1351

7. Arnoldus van Wien, 9 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Ghisel

bijschrift fol. 75: Ghisel, vrouw van Arnoldus van Wien, 9 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1350

bijschrift fol. 76: Petrus, zoon van Rovarts, 9 oude penningen, van het erfgoed van wijlen Ghisele van Wyen

betaald: 1340 t/m 1351

8. Arnoldus Bolleken, 4 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

9. Adam Hardebollen, 12 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Joannes, de zoon

bijschrift fol. 76: Joannes, zoon van Daem, 12 oude penningen, van het erfgoed van zijn vader

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

10. Bertrandis van Schynle, 1 oude penning

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Joannes Suart

bijschrift fol. 75: Joannes Suart, 1 oude penning van een hofstad in die Gander

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

11. Evenbertus, zoon van Snellarts, 9 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: verdeeld onder de kinderen

bijschrift fol. 76: de kinderen van Lyze van Moenle, van het erfgoed van Scnellarts, 9 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

12. Everardus, man van Lute, van het goed van de kinderen van Arnoldus van Wien, 27 oude penningen

later: de kinderen van Everardus

doorgestreept, laatste betaling in 1347, niet betaald in 1344

opmerking: Het bedrag is veranderd. Vermoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag 36 oude penningen.

bijschrift fol. 75v: Henricus, zoon van Lizabetken, 9 oude penningen, van het erfgoed van Everardus Lute

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

bijschrift fol. 76: Jacobus, zoon van Berta, van het goed van wijlen Everardus van Laer, 5 1/2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 76: Joannes, zoon van Everardus van Laer, van het goed van wijlen zijn vader, 5 1/2 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1350

bijschrift fol. 76: dezelfde (Petrus, zoon van Rovarts), van het erfgoed van

Joannes, zoon van Everardus, 5 1/2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 76: Luta. dochter van Everardus van Laer, van het goed van wijlen haar vader, 5 1/2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 76: Willelmus, zoon van Everardus van Laer, van het goed van wijlen zijn vader, 5 1/2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 76: Willelmus, zoon van Everardus van Laer, van het goed van wijlen zijn vader, 5 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

13. Elisabeth van Moenle, 10 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

14. Erenbertus, zoon van Henricus Peysen, 2 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

15. Gherardus van Budel, eertijds van Joannes, genaamd Ghuirs, 14 1/2 oude schellingen

later: Bela, de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351

16. Ghiben van Moenle de jonge (junior), 18 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

17. Ghiben van Moenle de oude (senior), 2 oude penningen

later: Hadewigis, zijn vrouw

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

18. Grieta Jacobus, 1 oude penning

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift fol. 75v: dezelfde (Joannes, zoon van Rodolphus), 1 oude penning, van het erfgoed van Grita Jacobus

later: Margareta Rocs

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

fol. 75v Nystelre

19. Gherardus, zoon van Theodoricus, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344 t/m 1348

20. Ghenen, genaamd Vos, 7 1/2 oude schellingen

betaald: 1340 t/m 1345, behalve in 1344

21. dezelfde, 1 penning

betaald: 1340 t/m 1345, behalve in 1344

22. Henricus, man van Katarina, 9 oude penningen en 1 oude obool

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Joannes Dorne

bijschrift fol. 75v: Joannes van Dorne, 9 oude penningen en 1 oude obool

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

23. Hadewigis, vrouw van Arnoldus, zoon van Gherongus, 4 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

24. Henricus Roeffen (Rufus), 10 oude penningen

later: Richmoet, zijn vrouw

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

25. Henricus, genaamd Hartsol, 2 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1348

bijschrift: Joannes Erenbrecht

bijschrift fol. 76: Joannes, zoon van Erenbrechts, 2 oude penningen, van het erfgoed van Henricus Hardebols

betaald: 1340 t/m 1351

26. Henricus, zoon van Jutta, uit het deel van Katherina, dochter van Vedeghen, 1 oude penning

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

opmerking: Het cijnsbedrag is veranderd. Vermoedelijk was het oorspronkelijke bedrag 3 oude penningen, en is er een bedrag van 2 oude penningen van afgesplitst.

bijschrift fol. 75: Art, zoon van Jutta, van het erfgoed van zijn broer, 2 penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

27. dezelfde, uit het deel van zijn moeder, 6 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

28. Henricus, zoon van Godefridus van Uden, van het erfgoed van Johannes Ludovicus, 2 oude schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

29. dezelfde, uit het erfgoed van Johannes Ghiselbertus, 4 penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

30. Heilzueta, weduwe van Ghiselbertus Meutnics, van het goed van heer Egidius, ridder, 3 oude penningen

bijschrift: is gewonnen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

31. Joannes, genaamd Vos, 4 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1350, behalve in 1344

32. Joannes, zoon van Rodolphus, 2 oude penningen

later: Margareta Rocs

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

33. Johannes Toet, 3 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1350, niet betaald in 1344

bijschrift fol. 75v: Joannes Bergher de jonge (junior), voor Joannes Toet, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

34. dezelfde, 2 1/2 oude penningen, voor Hilla, dochter van Johannes

betaald: 1340 t/m 1350, behalve in 1344

35. Joannes Berghere, 13 oude penningen min 1 oude oort

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

opmerking: Het cijnsbedrag is veranderd. Vermoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag 26 oude penningen min 1 oude oort, en is hier een bedrag van 13 oude penningen van afgesplitst.

bijschrift fol. 75v: dezelfde (Ghenen, genaamd Vos), 13 oude penningen, van het erfgoed van Joannes Berghers, in die Loe

betaald: 1340 t/m 1345, behalve in 1344

36. Joannes, zoon van Eghenonis de Bakker (Pistor), 4 oude schellingen en 9 oude penningen

later: de weduwe

bijschrift: is gewonnen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

37. Joannes, genaamd Elzebossche, 4 oude penningen, van het erfgoed van zijn moeder doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Art, zoon van Jutta

bijschrift fol. 75: dezelfde (Art, zoon van Jutta), 4 oude penningen, van het erfgoed van Joannes Elsbossche

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

38. dezelfde, uit het deel van Joannes Rodolfus, 2 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1341

bijschrift: Joannes Elsbossche

bijschrift fol. 75v: Joannes Elsbossche, uit het deel van Joannes, zoon van Rodolfus, 2 oude penningen, behalve in 1344

betaald: 1340 t/m 1351

39. Joannes, zoon van Ghiselbertus, 2 oude penningen

doorgestreept, geen betalingen

bijschrift: Loden

bijschrift fol. 76: dezelfde (Lodekinus de Schoenmaker (Sutor), 2 oude penningen, van het erfgoed van Joannes, zoon van Ghiselbertus

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

40. Joannes, genaamd Loze van den Bosch (de Buscho), 12 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

41. Joannes, schoonzoon (gener) van Henricus, genaamd Rufen, 5 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

42. dezelfde, 6 penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

fol. 76 Nystelre

43. dezelfde Joannes, voor Johannes Venbosch, 4 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1342

bijschrift: Joannes, verwante

bijschrift fol. 75v: dezelfde (Joannes, schoonzoon (gener) van Henricus, genaamd Rufen), 4 penningen, voor Joannes Venbosche

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

44. Johannes van den Plassche, 6 oude penningen, voor Gherardus Vos

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

45. dezelfde, voor Johanna Vos, 6 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

46. Boudekinus Appelman, 9 oude penningen (bijschrift: van het goed van Joannes van Aerdraes

opmerking: 'Boudekinus Appelman' vervangt een weggeradeerde naam die met een 'J-' begon, vermoedelijk 'Joannes van Aerdraes'

doorgestreept, laatste betaling in 1350

bijschrift: Reynerus van Berneham

bijschrift fol. 76: Reynerus van Berneham, van het goed van wijlen Boudewinus Appelmans, 9 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351

I. dezelfde (Boudekinus Appelman), 1 penning van wtfanc, daer die scuer op steet

doorgestreept, laatste betaling in 1350

bijschrift: Reynerus van Berneham

bijschrift fol. 76: dezelfde (Reynerus van Berneham), van vutfanghe, daer die scuer op staet, 1 penning

betaald: 1340 t/m 1351

47. Joannes van Berghem, 1 oude penning

later: Jacobus, zoon van Berte

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

48. Jacobus van Zulichem, 4 oude penningen

later: de weduwe

betaald: 1340 t/m 1351

II. Johannes Sporbosghe, 3 nieuwe schellingen en 9 nieuwe penningen, van het erfgoed gelegen in de richting van Herpen in de buurt van de uiterste grens van de grond van de hertog

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

49. Lodekinus de Schoenmaker (Sutor), 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

50. Margareta, dochter van Margareta van Vinkel, van het goed van Johannes Ludovicus, 12 oude penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1341

bijschrift: Nicholaus

bijschrift fol. 76: Nicholaus, genaamd Bever, van het erfgoed van Margarita van Vinkel, 12 oude penningen, behalve in 1344

betaald: 1340 t/m 1351

51. Nycholaus de Smid (Faber), broer van Henricus, zoon van Ludovicus, 5 oude schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

52. Reynboldus, genaamd Hellinc, 3 oude obolen

later: Elisabeth, zijn vrouw

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

53. Tyelkinus, zoon van Henricus van Schijnle, 3 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

III. Lambertus van Bataf, 21 nieuwe penningen

bijschrift: broers (met het volgende bijschrift)

betaald: 1340 t/m 1351

IV. Gerardus van Bataf, 21 nieuwe penningen

bijschrift: broers (met het vorige bijschrift)

betaald: 1345 t/m 1351, behalve in 1347

V. Wautgherus van Bataf, 18 nieuwe penningen

betaald: 1345 t/m 1351, behalve in 1347

VI. Rodolphus, zoon van Glorien, 10 nieuwe schellingen en 6 nieuwe penningen

betaald: 1345 t/m 1351, behalve in 1347

VII. Willelmus van Bistervelt, 12 nieuwe schellingen

bijschrift: 6 nieuwe schellingen (vermoedelijk is de helft afgesplitst.)

doorgestreept, laatste betaling in 1347, niet betaald in 1344

bijschrift: is verdeeld

bijschrift fol. 76: de kinderen van Arnoldus, genaamd Snavels, van het goed ten Bistervelt, 6 nieuwe schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

bijschrift fol. 76: Metta, weduwe van Rodolfus van Bistervelt, en de kinderen met Rodolfus, van het goed ten Bistervelt, 6 nieuwe schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1348

VIII. Heylwigis Haghemans, 3 nieuwe schellingen van den erve daer si aen sitt

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

fol. 76v Nystelre

54. Willelmus Berghers, 4 oude penningen

later (in oorspronkelijk handschrift): Zebertus Coenradus

doorgestreept, laatste betaling in 1341

bijschrift: Bata

bijschrift fol. 75: Bata, genaamd Vos, van het erfgoed van Zebertus Coenraets, 4 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344 en 1345

55. Willelmus, zoon van Ghiselbertus, 3 oude penningen

later: (in oorspronkelijk handschrift): de weduwe Elizabet

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344 en 1345

56. Willelmus, zoon van Petrus Hardepollen, 2 oude schellingen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

57. de geburen (vicini) van Nystelre, van hun gemeint (de eorum communitate), 5 nieuwe ponden

opmerking: 'nieuwe' is vervangen door 'oude'

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1344

58. Willelmus van Nijmegen (de Novimagio), 6 oude penningen, waarin Henricus van Maren woont

doorgestreept, laatste betaling in 1343

bijschrift: Gerardus Arts

opmerking: Het cijnsbedrag is veranderd. Vermoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag 2 oude schellingen, en is hier een bedrag van 18 oude penningen van afgesplitst.

bijschrift fol. 75v: dezelfde (Ghenen, genaamd Vos), 6 oude penningen

betaald: 1340 t/m 1345, behalve in 1344

bijschrift fol. 75v: dezelfde (Ghenen, genaamd Vos), 18 oude penningen, van het erfgoed van Willelmus van Nijmegen (Novimagio), in die Loe

betaald: 1340 t/m 1345, behalve in 1344