Versie 12 februari 1999
© Copyright : M. van Asseldonk

fol. 22 Liedorp

cijnzen van de heer hertog in Liedorp

1. Ten eerste Arnoldus van der Braken, 12 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

2. Arnoldus, zoon van Mathye, 2 hoenderen

later: gewonnen door de kinderen van Arnoldus, 1/4 deel

betaald: 1340 t/m 1351

3. Arnoldus de Timmerman (Carpentarius), 10 1/2 penning en 2 1/2 hoenderen

later: zijn erfgenamen

betaald: 1340 t/m 1351

4. dezelfde, 1 penning

betaald: 1340 t/m 1351

5. dezelfde, 21 1/2 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

6. dezelfde, 11 1/2 penningen van het erfgoed van Ghoeswinus Biermans

betaald: 1340 t/m 1351

a Arnoldus van der Eyken (de Quercu), 5 hoenderen

later: de erfgenamen

doorgestreept, laatste betaling in 1341

bijschrift: Joannes van der Ynen, en Henricus zoon van de koster (Custodis)

bijschrift fol. 22v: Johannes van den Ynen, 2 1/2 hoenderen voer Goerpade

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 22v: dezelfde, (Henricus, zoon van de koster (Custodis),) 2 1/2 hoenderen voer Goerpade

betaald: 1340 t/m 1351

7. Bolkinus de Schoenmaker (Sutor), 2 hoenderen

later: Margarita en haar kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

8. dezelfde, 1 obool en 1/2 hoen

later: Margarita en haar kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

9. dezelfde 1 penning

later: Margarita en haar kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

10. dezelfde, 12 penningen

later: Margarita en haar kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

11. Celen van der Hofstad (de Domestadio), (of: van een hofstad), 2 penningen

later: zijn erfgenamen

betaald: 1340 t/m 1351

12. Didden, genaamd Scoutheit, 5 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

13. dezelfde, 4 penningen van het erfgoed van Ghoeswinus Biermans

doorgestreept

bijschrift fol. 22v: Joannes Hannart, 4 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: Het is op grond van de gegevens op fol. 22 en 22v van het cijnsboek niet te zeggen of de bijschrijvingen van cijns nr. 13 en 18 al dan niet verwisseld moeten worden.

14. Didden van Werden, 12 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: op fol. 23 komt bij de letter S- in oorspronkelijk handschrift de tekst 'Diddo, de zoon heeft het' voor. Vermoedelijk is op het opstellen van het cijnsboek eerst per abuis deze cijns hiergeschreven, en is hierna de tekst weggeradeerd, en werd toen de cijns als cijns nr. 14 ingeschreven.

(Cijns nr. 14 is in het oorspronkelijke handschrift, maar lijkt wat groter aangezet.)

15. Elizabeth, weduwe van Arnoldus, genaamd Aaykens, 3 1/2 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: Het oorspronkelijke cijnsbedrag is weggeradeerd, en vervangen door '3 1/2 penningen'.

16. Francen van den Bossche (de Buscho), 3 schellingen en 1 penning

later (in oorspronkelijk handschrift): Ida de weduwe en haar kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

17. Gherardus, zoon van Hubertus, 1 1/2 hoen

bijschrift (in oorspronkelijk handschrift): gewonnen

betaald: 1340 t/m 1351

18. Gheerwigus van der Braken, 4 penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1349

bijschrift fol. 22v: dezelfde, (Katherina van de Boom (de Arboribus)), 4 penningen

betaald: 1340 t/m 1351, behalve in 1345

opmerking: Het is op grond van de gegevens op fol. 22 en 22v van het cijnsboek niet te zeggen of de bijschrijvingen van cijns nr. 13 en 18 al dan niet verwisseld moeten worden.

19 Ghenen, zoon van Hubertus, 3 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: De naam van de oorspronkelijke cijnsbetaler, beginnend met een G-, of H-, is weggeradeerd en vervangen door 'Ghenen, zoon'

20. Hubertus, zoon van Ludolfus, van grond gelegen in die Hove, 5 nieuwe penningen

betaald: 1340 t/m 1351

21. Henricus van der Straten en de kinderen van Woltheris van Doseldonc, 3 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: vermoedelijk was het oorspronkelijke cijnsbedrag eerst 4 hoenderen, en is dat door het wegraderen van het eerste streepje veranderd in 3 hoenderen.

bijschrift fol. 22: Gerardus van der Putten (de Puteo) van Helmont, 1 hoen, voor Walterus van Doseldonc

22. Henricus van den Gore, 15 penningen

later: de weduwe en kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

23. dezelfde, 1 penning

later: de weduwe en kinderen

betaald: 1340 t/m 1351

24. Henricus, zoon van wijlen Waltherus Tuyart, van de visserij, 2 schellingen

betaald: 1340 t/m 1351

25. dezelfde, 1 groot van zekere visserij van Stipdonc den Rade

betaald: 1340 t/m 1351

fol. 22v Liedorp

26. Henricus van den Eynden (de Fine), 12 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

27. dezelfde, 8 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

28. Heilwigis van Bruhese, 4 hoenderen van het goed van Crayenstert

betaald: 1340 t/m 1351

29. Henricus, zoon van Hille van Stiphout, 1 1/2 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

30. Henricus van der Scaut van het erfgoed van zijn moeder, 1 1/2 hoenderen

doorgestreept, laatste betaling in 1340

bijschrift: Bollekinus

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 22, dezelfde (Bolkinus de Schoenmaker (Sutor), 1 1/2 hoenderen van het erfgoed van Henricus de Scaut

later: Margarita en haar kinderen

31. Henricus, zoon van de koster (Custodis), 1 obool

betaald: 1340 t/m 1351

32. Henricus de Schoenmaker (Sutor) van Mierle, van het erfgoed van Willelmus de Decker (Tectorus), 3 penningen

later: Theodricus, genaamd Scmit van H...

betaald: 1340 t/m 1351

33. Henricus van der Hostat, 2 hoenderen, van het deel van Truda Hubertus

betaald: 1340 t/m 1351

34. Johannes van den Berg (de Monte), en Willelmus, zijn broer, van het erfgoed van Diddonis van Venc(?), 3 obolen

later: Johannes alleen

betaald: 1340 t/m 1351

35 Joannes de Smit (Faber), 2 penningen, (2 hoenderen), en 1 1/2 nieuwe penningen

doorgestreept, laatste betaling in 1346

opmerking: Een stukje tekst is weggeradeerd. Mogelijk stond er '2 hoenderen'

bijschrift fol. 22: Arnoldus de Smit (Faber), 2 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 22v: Henricus, zoon van Godefridus Scoutberchs, 3 1/2 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

36. de vrouw van Johannes van Oerle, 1/2 hoen van Wendelmodis

betaald: 1340 t/m 1351

37. Joannes Ayart, 1 hoen

doorgestreept, laatste betaling in 1351

bijschrift: Henricus, zijn zoon

bijschrift fol. 22, Henricus, zoon van Johannes Ayart, 1 hoen

doorgestreept, laatste betaling in 1351

bijschrift fol. 23: Theodoricus van Hille, 1 hoen van huis en hof van wijlen Joannes Ayart

betaald: 1340 t/m 1351

38. Johannes, genaamd Cocus, van het erfgoed van Johannes van der Dodenbraken, 8 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

39. Johannes, genaamd Liedeckerc, van de hofstad van Willelmus van Sneppenscoet, 1 obool

betaald: 1340 t/m 1351

40. Katherina van de Boom (de Arboribus) en haar kinderen, 12 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

41. dezelfde, 6 penningen van de heide (merica)

betaald: 1340 t/m 1351

42. Katherina, weduwe van Arnoldus de Groot (Magni) en haar kinderen, 6 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

43. Lana, weduwe van Henricus Veghewinkels, 5 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

44. Leyta, dochter van Sophia, 1 zwarte penning en 3 hoenderen

doorgestreept, laatste betaling in 1342

bijschrift: Willelmus Scenaeert

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 23: dezelfde (Willelmus Scenart), 1 zwarte penning en 3 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

45. Leyta, weduwe van Theodoricus van Halle, en Henricus, zijn zoon, 3 hoenderen (bijschrift: van het broek (palude) Varensco..)

betaald: 1340 t/m 1342

46. de kinderen van Lysa Henricus, 1 penning

betaald: 1340 t/m 1351

47. Metta Yseboldus, 6 penningen en 3 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: het oorspronkelijke cijnsbedrag is weggeradeerd en vervangen door '6 penningen en 3 hoenderen'. Wellicht is een van de bijschrijvingen hier van afgesplitst, maar welke bijschrijving is onduidelijk.

48. Margareta, dochter van Metta van Cranenbroec, 4 hoenderen, van een beemd in Supagno??

betaald: 1340 t/m 1351

49. Metta van den Wiele, weduwe van Arnoldus van Doseldonc, 1 penning en 4 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

50. de meester (magister) van Postel (de Postula), 1 penning

betaald: 1340 t/m 1351

51. Mathias, zoon van Gerardus Wevers (Textoris), 1 zwarte penning en 2 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

52. Margareta, weduwe van Arnoldus, en Grieta haar dochter, 5 hoenderen

betaald: 1340 t/m 1351

53. Johannes Cup, zoon van Marcilius van Creyenstert, 23 penningen (bijschrift: vt Sockendijc?)

betaald: 1340 t/m 1351

opmerking: Hier is de naam van de oorspronkelijke cijnsbetaler, beginnend met een M- of N-, weggeradeerd en vervangen door 'Johannes Cup'.

54. Nycholaus van Otterdyc, 2 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

fol. 23 Liedorp

55. Reynerus van Otterdijc, 3 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

56. dezelfde, 1 penning

betaald: 1340 t/m 1351

57. Stina van den Sneppenscoet, 1 obool

betaald: 1340 t/m 1351

58. Sophia, dochter van Nennekens, 1 penning

betaald: 1340 t/m 1351

59. Johannes van den Goer, van de beemd van zijn moeder, 2 hoenderen, en 1/4 hoen

opmerking: Het cijnsbedrag is veranderd. Vermoedelijk was het cijnsbedrag oorspronkelijk 4 1/2 hoenderen, en is de helft hier van afgesplitst.

betaald: 1340 t/m 1351

bijschrift fol. 22v: Hubrech Storms, 2 hoenderen en 1/4 hoen van een beemd van zijn moeder

betaald: 1340 t/m 1351

60. Willemus Bornehuos, 1 obool en 1 hoen

betaald: 1340 t/m 1351

61. de geburen van Liedorp, 4 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

62. Willelmus Bracman, 2 penningen

betaald: 1340 t/m 1351

63. Willelmus Scenart, 3 penningen en 1 hoen

betaald: 1340 t/m 1351

64. de geburen van Liedorp, van de gemeint, 12 schellingen

betaald: 1340 t/m 1351

fol. 23